Genesis 41:8

Het hoofd van de schenkers denkt aan Jozef

Als de farao wakker is geworden, wil hij weten wat de dromen betekenen. Hij vertelt ze aan “al de magiërs van Egypte en al zijn wijzen”, dus niemand uitgezonderd. Niet een van hen kan hem vertellen wat de dromen betekenen. Pas als gebleken is dat alle wijsheid van Egypte, al de wijsheid van de wereld, geen antwoord heeft op het probleem van de farao, wordt er aan Jozef gedacht. Om de gedachten van God te verstaan is iemand als Jozef nodig.

Zo is het ook met de Heer Jezus. Zonder Hem komt een mens geen stap verder met betrekking tot de vragen en problemen van het leven. Eerst moet de wijsheid van de wijzen tenietgedaan zijn, voordat Gods wijsheid in Christus door mensen wordt aanvaard (1Ko 1:19-20; 30). Pas als een mens totaal is stukgelopen op alles en iedereen, komt hij ertoe naar de Heer Jezus te gaan vragen (vgl. Lk 8:43-44).

Door de dromen van de farao wordt de schenker herinnerd aan zijn zonden en aan Jozef. We horen van de schenker een erkenning van zijn zonden. De schenker kan niet aan Jozef denken zonder aan zijn verleden te denken, waar hij Jozef heeft ontmoet en aan wat Jozef voor hem heeft gedaan.

Hij verhaalt wat er in de gevangenis is gebeurd, hoe Jozef de dromen heeft uitgelegd en hoe het precies is gegaan zoals Jozef heeft uitgelegd. Zo kunnen wij toch ook nooit aan de Heer Jezus denken, zonder eraan te denken wat en waar wij zijn geweest en wat Hij voor ons heeft gedaan, waardoor we nu in vrijheid leven?

Copyright information for DutKingComments