‏ Hosea 11:9

God is God en geen mens

In dit vers vinden we het antwoord op het ‘hoe?’ van Hs 11:8 en de reden waarom Hij Zijn brandende toorn niet ten uitvoer brengt en Efraïm niet verder verderft. Dit antwoord is: Hij is “God, en geen mens, de Heilige in uw midden”. Als een mens wordt aangedaan wat God is aangedaan, reageert deze mens heel anders dan God. De mens ontsteekt in woede en vergeldt het kwaad dat hem is aangedaan. God gaat anders te werk. Hij zal het aangekondigde strafgericht wel over Israël laten komen, maar Zijn volk niet geheel vernietigen zoals bij Adama en Zeboïm, steden die voor eeuwig onder de vloek van Gods toorn liggen.

Dat Israël niet voor eeuwig onder de vloek zal liggen, komt omdat God een oplossing heeft gevonden die geen mens kan bedenken. Dat Hij God is, en geen mens, wil ook zeggen dat Hij in Zijn soevereiniteit volledig aan de mens voorbijgaat. Zijn wegen gaan die van de zondige mens ver te boven. Bij de oplossing van God wordt volledig recht gedaan aan Zijn gerechtigheid en heiligheid, maar ook aan Zijn plannen van liefde met Zijn uitverkoren volk. Die oplossing is in de Persoon en het werk van Christus gevonden.

In Christus aan het kruis is volledig recht gedaan aan Gods gerechtigheid en heiligheid. God heeft daar de zonden geoordeeld van iedereen die ze oprecht voor Hem belijdt. Ook Israël zal in de toekomst berouw hebben over de begane zonden. Op grond van het werk van Christus mogen ook zij dan weten dat hun zonden vergeven zijn. Daarom wordt in Christus ook Gods liefde zichtbaar. Als de zonden door Zijn Zoon zijn gedragen en daardoor weggedaan, is de weg vrij om Zijn plannen van liefde uit te voeren.

Israël zal uiteindelijk alle door God beloofde zegeningen mogen genieten, terwijl God als “de Heilige” in hun midden zal wonen. Hij zal niet in de stad komen om die te verwoesten. Dat God niet blijvend Zijn toorngloed laat branden, komt omdat de Heer Jezus in Gods toorngloed is geweest.

Copyright information for DutKingComments