Isaiah 19:22-25
Egypte aanbidt de HEERE
De invloed van Gods volk zal toenemen. Er zal “op die dag” zelfs een altaar voor de HEERE zijn midden in het land Egypte (Js 19:19). Daardoor zullen ze van Hem getuigen (Js 19:20). Er is ook een “gedenkteken” aan zijn grens, wat spreekt van de erkenning dat hun land het eigendom van de HEERE is. Dan neemt de zegen voor Egypte een grote vlucht. De HEERE neemt het voor hen op als er vijanden komen en zij tot Hem bidden. Hij doet Zich aan hen kennen als zijn zij Zijn volk en zij zullen Hem kennen (Js 19:21). Ze zullen Hem offers brengen en geloften doen, die ze niet nalaten te houden. Js 19:22 is een samenvatting van alle voorgaande verzen.Egypte en Assyrië dienen de HEERE
En nog groter wordt de zegen. De aartsvijanden Egypte en Assyrië worden met elkaar verzoend (Js 19:23). Beide volken, die met elkaar hebben gestreden om de wereldheerschappij, zijn nu verenigd en zullen samen de HEERE dienen. Een gebaande weg zal hen verbinden. Die weg kan niet anders dan via Israël lopen, een symbool dat alle zegen voor de hele wereld uit Israël voortkomt. Eerst zal die gebaande weg door de rest van de tien stammen gebruikt worden om terug te keren naar Israël (Js 11:16), maar later ook door de volken om naar Israël te reizen om de HEERE te aanbidden. Joden en heidenen genieten samen de zegeningen van het beloofde vrederijk.Dat Israël de schakel is tussen de beide landen, zien we in Js 19:24. In plaats van zoals vroeger nu eens aan de een, dan weer aan de ander onderworpen te zijn, zal Gods volk de door de HEERE bedoelde hoogte van macht en heerlijkheid hebben bereikt. Israël zal “een zegen in het midden van de aarde” zijn, de aarde hier vertegenwoordigd door Egypte en Assyrië. Egypte en Assyrië zullen tot de drie belangrijkste landen op aarde behoren. Dit komt alleen omdat de HEERE van de legermachten hen gezegend heeft (Js 19:25). Egypte en Assyrië, de vroegere vijanden van Gods volk, krijgen elk een van de eretitels waarmee God Zijn eigen volk noemt. Egypte wordt “Mijn volk” genoemd (Js 1:3) en Assyrië “het werk van Mijn handen” (Js 45:11). Dat wijst erop dat deze nieuwe situatie niet van voorbijgaande aard is. De speciale band van de HEERE met Israël, het hele volk, blijkt uit de naam waarmee Hij Zijn volk ook in het vrederijk noemt: “Mijn eigendom.”
Copyright information for
DutKingComments