‏ Isaiah 24:16

Heerlijkheid voor de Rechtvaardige

Te midden van de intens trieste aanblik van de oordelen die de aarde zullen treffen, hoort Jesaja ineens gejubel (Js 24:14). Het is de jubel van het overblijfsel van Js 24:13. Dit is het overblijfsel uit de tien stammen dat uit alle volken terugkeert naar Israël. Zíj hebben zich in die tijd bekeerd en bezingen de majesteit van de HEERE die in de oordelen te zien is. Hij is de Rechtvaardige in alles wat Hij doet, ook in de oordelen. Alles wat Hij doet, is aanleiding voor lofprijzing.

De HEERE wordt geëerd “in [de landen van] het licht”, dat zijn de landen waar het vuur van Zijn oordeel oplicht (Js 24:15). Daarmee wordt vooral het oosten (van de profetische aarde) bedoeld, terwijl met “de eilanden van de zee” het westen wordt bedoeld. Zijn oordelen zijn te bejubelen vanwege het reinigende werk dat zij doen. Daardoor wordt de aarde van zondaren bevrijd en kan de Heer Jezus Zijn vrederijk vestigen.

Om zijn geloof te ondersteunen mag Jesaja even over de oordelen heen zien naar het heerlijke eindresultaat. De hele aarde tot het uiterste einde ervan, zal de “verheerlijking van de Rechtvaardige”, dat is de Heer Jezus, met psalmen bezingen (Js 24:16a; vgl. Op 15:3-4). Niet alleen Zijn oordelen zijn rechtvaardig, maar ook het daaropvolgende vrederijk is gegrond op gerechtigheid.

Na het bemoedigende intermezzo komt Jesaja weer onder de indruk van de ellende die zijn volk, ja, alle bewoners van de aarde zal overkomen, speciaal in de grote verdrukking onder het bewind van de antichrist. Daarover treurt Jesaja en is hij vol ontzetting (Js 24:16b). Hij spreekt namens het gelovig overblijfsel van het tweestammenrijk dat in de grote verdrukking is geweest: “Ik kwijn weg, ik kwijn weg, wee mij.” Zo hevig zijn zij verdrukt door de “trouwelozen”, dat zijn de antichrist en de afvallige Joden.

Hij spreekt twee keer over “trouweloos” handelen. Het eerste trouweloze handelen is dat Israël zich van de HEERE afwendt en de antichrist aanneemt (Jh 5:43b). Het tweede trouweloze handelen is als de antichrist zijn masker afwerpt en tracht het overblijfsel, de gelovige Joden, uit te roeien. Zo maken zij de maat van hun zonden vol (vgl. 1Th 2:16).

Copyright information for DutKingComments