‏ Isaiah 65:21-24

Hemel en aarde vernieuwd

De nieuwe hemel en de nieuwe aarde betreffen deze schepping die zal worden vernieuwd (Js 65:17; Ps 104:30b) als de vloek is weggenomen en de schepping is vrijgemaakt van de vergankelijkheid (Rm 8:19-21). Het is een vernieuwde toestand van de hemel en de aarde die door God geschapen zijn (Gn 1:1; Js 51:16). Het is een herschepping naar de toestand van het paradijs. Deze oude schepping zal als nieuw worden in het vrederijk.

De nieuwe hemel en de nieuwe aarde waarvan in het Nieuwe Testament sprake is, komen nadat de oude schepping met vuur is verbrand (2Pt 3:11-13; Op 21:1). Daar gaat het om een stoffelijke verandering, terwijl het hier om een verandering van leefomstandigheden gaat. Hierbij is ook sprake van een nieuwe hemel omdat de satan dan uit de hemel zal zijn geworpen (Op 12:7-12) en zijn macht voor altijd daaruit is verwijderd. Hij zal dan nog wel een korte tijd op aarde tekeergaan, maar na drieënhalf jaar zal hij voor duizend jaar in de afgrond worden opgesloten (Op 20:1-3).

Jesaja spreekt over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde als een terrein van ongeëvenaarde zegen. Er zal niet meer worden teruggedacht aan de vroegere verdrukkingen, zoals de grote verdrukking. Voor het scheppen van een rein hart (Ps 51:12) wordt hetzelfde woord gebruikt als voor het scheppen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Dit reine hart moet absoluut voorafgaan aan de nieuwe schepping (2Ko 5:17; vgl. Gl 6:15).

Wanneer de HEERE Zijn koninkrijk van vrede en gerechtigheid opricht, zal Hij vervullen wat in de volgende verzen staat. Het is een gedeelte dat misschien meer dan enig ander gedeelte in de Schrift de voorspoed en zegen van die komende tijd beschrijft. Deze beschrijving van het Messiaanse vrederijk is de vervulling van alle beloften aan Israël. De HEERE roept ons op blij te zijn en ons voor altijd te verheugen in wat Hij op het punt staat te scheppen met betrekking tot Jeruzalem op aarde (Js 65:18). Het zal geen treurende stad meer zijn, maar een stad van blijdschap.

Deze vreugde is ook de eigen vreugde van de HEERE in een situatie die door Hem tot stand is gebracht (Js 65:19). Waar Zijn vreugde gehoord wordt, is geen ruimte voor verdriet of strijd. Hoewel er nog dood en zonde zullen zijn, zal het kwaad onder Zijn absolute beteugeling zijn en zal een onmiddellijk oordeel op de openlijke zonde volgen (Js 65:20; Ps 101:8; Zf 3:5). Dit is tevens een bewijs dat de nieuwe hemel en de nieuwe aarde van het vrederijk nog niet de volmaakte toestand van de eeuwigheid is.

De lange levensduur van de vroegste tijden van de geschiedenis van de mens zal terug zijn. “Een jongeman” als “een honderdjarige” wijst op een vertraging van het verouderingsproces. Als iemand op die leeftijd zal sterven, moet hij beschouwd worden als iemand die vanwege een zonde door de vloek van God is getroffen. De wedergeboren gelovigen zullen in elk geval de duizend jaar vol maken. Zij leven langer dan de mensen vóór de zondvloed, van wie Methusalach – voor zover de Schrift ons meedeelt – met negenhonderdnegenenzestig jaar de langstlevende was (Gn 5:27).

De volgende beloften, in de Js 65:21-23, geven de zekerheid dat Zijn volk zich zal verheugen in de resultaten van hun werk. Ze zullen de vruchten van hun arbeid oogsten en zelf genieten. De oogst zal niet in handen van plunderende vijanden terechtkomen. De duur van hun leven zal gelijk zijn aan die van bomen die eeuwen oud worden. Zij zullen een geslacht zijn dat door de HEERE gezegend is en hun kinderen zullen met hen delen wat zij genieten, zonder weggenomen te worden door een vroegtijdige dood (vgl. Jb 21:8).

De HEERE verklaart dat Hij hun zal antwoorden, voordat zij roepen, en dat Hij zal horen, voordat zij spreken (Js 65:24). De gebeden worden direct verhoord omdat ze de uitdrukking zijn van Zijn gedachten (vgl. Js 30:19). Ze komen voort uit de gemeenschap met Hem die er dan zal zijn. Vaak ligt er nu een zekere tijd tussen het gebed en het antwoord dat wordt gegeven (vgl. Dn 9:20-23), maar dat zal dan niet meer zo zijn. Dit levert een treffend getuigenis van wat het resultaat zal zijn van de persoonlijke tegenwoordigheid van de HEERE in hun midden.

Er zal ook een verandering zijn in de natuur van roofzuchtige dieren (Js 65:25). De toestand die hier wordt beschreven, is niet het resultaat van evolutie, maar van de macht van de Messias. De omstandigheden in de natuur zijn nu nog in wanorde, maar dan zullen een wolf en een lammetje samen weiden. Het voedsel van het rund zal ook het voedsel van de leeuw zijn.

Dit gedeelte herinnert in verkorte vorm aan wat de profeet eerder heeft gezegd (Js 11:6-9). Dit is opnieuw een bewijs van de eenheid tussen de beide hoofddelen van het boek die door vrijzinnige theologen wordt aangevochten.

Uitzondering in dit gedeelte is de slang die stof tot voedsel zal hebben (Gn 3:14). De slang zal op zijn buik blijven gaan. Niet alles in het vrederijk deelt in de zegen. De slang blijft verwijzen naar de satan. Maar de slang zal geen kwaad meer kunnen aanrichten, want alles is onder de controle van de heersende Messias.

Copyright information for DutKingComments