‏ Job 14:5-6

God bepaalt de tijdsduur van het leven

Job gaat door met zijn zelfbeklag. Terwijl hij zo nietig is, neemt God alles waar wat hij doet (Jb 14:3). Dat doet Hij echter niet om voor hem te zorgen (vgl. Jr 32:19), maar om hem “in het gericht” te brengen. Is dat wel eerlijk: hij de zwakke sterveling, tegenover de almachtige God? Natuurlijk zal God wel iets vinden wat niet deugt. Wie kan voor Hem staande blijven als Hij oordeelt (Op 6:17)?

Hij is niet alleen zwak, maar ook onrein door zijn geboorte uit een zondig mens (Jb 14:4). Daarin heeft Job gelijk. Hij spreekt hier over wat wij de ‘erfzonde’ noemen (vgl. Ps 51:7; Rm 5:12). Alleen lijkt Job dit meer als een verontschuldiging dan als een erkenning uit te spreken. Kan hij er wat aan doen dat hij zondigt? God kan hem dat toch niet kwalijk nemen? Job geeft hiermee indirect God er de schuld van dat hij zondigt. Zo spreken veel mensen over de zonde, zowel ongelovigen als gelovigen.

God heeft bij Job in zijn zwakke bestaan ook het aantal dagen van zijn leven vastgesteld (Jb 14:5). Job rekent ook in maanden (Jb 3:6; Jb 7:3; Jb 21:21; Jb 29:2). Het geeft de kortheid van het leven aan. De tijden van het leven van een mens zijn in Gods hand (Ps 31:16). De mens kan niets veranderen aan de grenzen van de verschillende levensfasen of de diverse perioden, hetzij van voorspoed, hetzij van tegenspoed, waarin hij zich bevindt.

Als God dat allemaal zo heeft bepaald, zo vraagt Job Hem, laat Hij hem dan wat rust geven om zijn dagen op aarde vol te maken (Jb 14:6). Laat God nu eens even niet op hem letten en even ophouden hem te kwellen. Dan kan hij nog wat genieten van het leven, zoals een dagloner na een dag hard werken van de rust geniet. Hij is dan even onder de druk van zijn baas uit. Dit is het wat Job mist.

Copyright information for DutKingComments