John 1:34
Het Lam van God is de Zoon van God
De volgende dag, dat is na zijn getuigenis tot de priesters en Levieten over zichzelf en Christus, ziet Johannes de Heer Jezus naar zich toe komen. In het voorgaande getuigenis heeft hij over Hem gesproken in verbinding met de Joodse verwachting van de Messias. Nu legt hij een getuigenis af dat alles te boven gaat. Hierin zegt hij in feite: ‘Hier is het ene, afdoende en niet te herhalen offer van eeuwige waarde.’ Zijn uitspraak heeft betrekking op de dood van Christus en het hele gevolg daarvan. Het werk van het wegnemen van de zonde moet gebeuren en hier is Hij Die het zal doen. Op grond van Zijn werk als het Lam van God kan het evangelie worden gepredikt, kunnen zonden worden vergeven, kan Zijn koninkrijk worden gevestigd, kan de schepping worden bevrijd van de vloek, kan Israël worden gezegend en zal er ten slotte een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zijn. Dan zal het volkomen resultaat gezien worden van wat Johannes hier zegt van het Lam van God als Degene Die de zonde van de wereld wegneemt. Let wel, er staat niet dat het Lam van God de zonden van de wereld wegneemt. Het gaat niet om zondige daden, maar om de zonde als macht. De Heer Jezus is het Lam dat de zonde als macht wegneemt. De Joden waren vanuit de offerdienst vertrouwd met het lam. Het lam werd gebruikt voor het dagelijks morgen- en avondbrandoffer en het jaarlijkse Pascha. In Christus vinden al die offers hun vervulling. Hij neemt de zonde van de wereld weg, zodat er een eeuwigheid zal zijn die onmogelijk door iets van zonde kan worden verdorven. In die eeuwigheid zal God alles en in allen zijn (1Ko 15:28). Als Johannes op de Heer Jezus wijst en van Hem getuigt wat Hij doet, geeft hij weer getuigenis van Zijn persoonlijke waardigheid. Hij komt in de tijd wel na Johannes, maar wat Zijn Persoon betreft, is Hij er eerder dan Johannes. Hij is God de Zoon van eeuwigheid. Johannes was niet bekend met Christus. God had hem zijn eigen dienst en werkterrein gegeven met het oog op de komst van Zijn Zoon. Hij moest het volk voorbereiden op Zijn komst. Daarom was hij komen dopen met water. Hij riep mensen op zich te laten dopen onder een prediking van bekering en vergeving van zonden, zodat ze ook Hem zouden aannemen als Hij Zich aan Israël openbaarde.Johannes getuigt ervan hoe hij bij de doop van de Heer Jezus de Geest als een duif uit de hemel op Hem heeft zien neerdalen. Hij zegt daarbij dat de Geest op Hem bleef. De Geest kwam niet op Hem om daarna weer weg te gaan. Nee, de Geest heeft in deze Mens volkomen rust gevonden. De Geest kon op Hem neerdalen zonder voorafgaande toepassing van bloed, zoals dat wel bij ons het geval is. We zien dat in de beelden van het Oude Testament, waar eerst bloed wordt toegepast en daarna olie (Lv 14:14-17). Nog eens verklaart Johannes dat hij Hem niet kende, maar dat God hem heeft gezegd waaraan hij Hem zou kunnen herkennen. Hij verklaart nog eens dat zijn dienst bestond uit het dopen met water. Die dienst had hij niet zelf bedacht, maar die dienst was hem door God opgedragen. Door die dienst moest hij de weg bereiden voor Hem Die met de Heilige Geest zal dopen. Dat wijst op de dienst van de Heer die tot niets anders dan tot zegen zal zijn. Hij neemt de zonde van de wereld weg en vult in plaats daarvan de wereld met Zijn zegen door de Heilige Geest. In het klein is dat te zien bij ieder die nu gelooft dat de Heer Jezus voor zijn zonden is gestorven en op grond daarvan de Heilige Geest ontvangt (Ef 1:13). Het feit dat de Heer Jezus met de Heilige Geest doopt, is een bewijs dat Hij God is. Niemand kan met de Heilige Geest dopen dan alleen God. De Heilige Geest is een Persoon in de Godheid, en hier is een Mens Die met de Heilige Geest doopt. Dan kan die Mens niemand anders zijn dan de Zoon van God. Tot die conclusie komt Johannes dan ook. Nadat hij de Geest op Christus heeft zien neerdalen, kan hij getuigen dat “Deze de Zoon van God is”. Als de eeuwige Zoon is de Heer Jezus de waarachtige God, een met de Vader en de Geest. Johannes vermeldt niet het getuigenis van de Vader uit de hemel, want hij steunt op wat God hem persoonlijk heeft gezegd over Zijn Zoon en wat hij heeft gezien toen de Geest op Hem neerdaalde. Daardoor kan hij getuigen dat ”Deze de Zoon van God is”.
Copyright information for
DutKingComments