Judges 16:1-3

Inleiding

Het geheim van kracht kan nooit worden meegedeeld aan mensen die deze kracht zelf niet bezitten. Niemand heeft ooit de bron van kracht en gezag van de Heer Jezus begrepen. Maria van Bethanië is het enige voorbeeld van een hart dat Hem heeft begrepen. Zijn hart was vol medegevoel voor elke smart, maar er is niemand die Zijn smart ooit gevoeld, laat staan begrepen heeft.

Simson is totaal anders dan de Heer. Hij is alleen uit geweest op eigen genoegens. Daarvoor heeft hij het geheim van zijn kracht prijsgegeven en daarmee heeft hij de kracht verloren om nog langer nazireeër te zijn. Tussen de Heer Jezus en Simson zijn meer contrasten dan overeenkomsten, zoals vooral dit laatste hoofdstuk over Simson ons laat zien. De laatste gebeurtenissen in het leven van Simson bevestigen zijn grote lichamelijke kracht én zijn grote zwakheid voor vrouwen.

Simson in Gaza

Uit het verhaal wordt niet duidelijk waarom Simson naar Gaza gaat. Gaza is een bolwerk van de Filistijnen. Iedereen moet hem daar herkennen als hij met zijn lange haar door de straten loopt. Ontzag voor zijn grote kracht zorgt ervoor dat niemand hem, de gevreesde vijand, iets durft te doen. Zijn bezoek aan deze stad gebeurt niet in opdracht van God. Uit niets blijkt dat hij in Gaza is om dit broeinest van Filistijnse activiteit uit te roeien.

Het lijkt erop dat hij een uitje heeft en aan het ‘stappen’ is. Mogelijk ligt daarin de reden van zijn bezoek aan een hoer. Ook David is tot overspel gekomen omdat hij zijn tijd in ledigheid doorbracht, terwijl hij aan het hoofd van het leger had moeten staan om dat in de oorlog aan te voeren (2Sm 11:1-5). Simson heeft nog steeds niet geleerd zijn hartstocht te beheersen; hij laat die de vrije teugel. Gaat hij in Richteren 14 nog ‘netjes’ te werk door de normale omgangsvormen in acht te nemen, hier volgt hij puur zijn lusten, waarvan hij zelf slachtoffer wordt.

De hoer is een Filistijnse hoer en daarmee een beeld van het grote Babylon ofwel de rooms-katholieke kerk, die “de grote hoer” wordt genoemd (Op 17:1). Dat de belijdende kerk als een hoer wordt voorgesteld, toont wel aan hoe ver ze is afgeweken van haar oorspronkelijke staat. Paulus wijst op het begin van die afwijking als hij de gemeente vergelijkt met een reine maagd die aan Christus is verbonden, maar die door de verleiding van de duivel aan Hem ontrouw is geworden (2Ko 11:2-3). Het uiteindelijke resultaat van die ontrouw zien we in Openbaring 17-18.

Iedere gelovige die vergeet dat hij een nazireeër is en denkt dat hij zich straffeloos, zonder een opdracht van God, kan begeven binnen het systeem dat God gaat oordelen, loopt het gevaar met dit systeem om te komen. Dat is uiteindelijk met Simson gebeurd. Hij komt om met het systeem waartegen hij moest strijden door zich met dat systeem een te maken. Hoewel hij hier nog de kracht heeft om zichzelf te bevrijden, heeft hij, door zich te verenigen met deze Filistijnse hoer, de kiem van zijn ondergang gelegd.

Het blijkt mogelijk te zijn dat iemand nog enige kracht kan hebben als hij zijn geweten zo heeft opgeofferd. Simson is zijn kracht nog niet kwijt omdat hij het geheim daarvan nog niet heeft prijsgegeven. Alleen God en hijzelf weten ervan. Het is inderdaad mogelijk dat iemand die in zonde leeft, nog enige tijd succes heeft in zijn dienst voor God. Helaas worden die successen gebruikt als een dekmantel voor de zonde en niet om zelf tot een grondige en totale belijdenis van die zonde te komen.

Simson gebruikt zijn kracht hier alleen om zichzelf te bevrijden, terwijl hij het doel vergeet waarvoor God hem die kracht heeft gegeven. Er wordt geen vijand verslagen en zijn volk heeft er geen voordeel van. Simson gedraagt zich hier als een ordinaire krachtpatser. Hij gebruikt zijn kracht omdat hij gedwongen wordt zelf te vluchten en niet om de Filistijnen op de vlucht te jagen.

Hij zal later terugkomen in Gaza, niet om zijn kracht te tonen, maar als een blinde gevangene (Ri 16:21). Dat komt omdat hij Hebron niet bereikt. Hij loopt wel met de deuren op zijn schouders in de richting van Hebron, maar hij komt daar niet aan. Hebron betekent ‘gemeenschap’. Simson faalt, om zo te zeggen, in zijn terugkeer naar de gemeenschap met God. Hij komt niet tot een schuldbelijdenis, want hij geeft zijn verkeerde verbindingen niet op. Zijn uiterlijke bevrijding is geen gevolg van een innerlijk zelfoordeel voor God. Zijn gemeenschap met God is niet hersteld en er is geen zelfoordeel vanwege de begane zonden.

Terugkeer naar God betekent een veroordeling van dat wat hem tot de zonde heeft gebracht, de wortel ervan. In zijn hart heeft hij de begane zonde niet geoordeeld, maar is die blijven koesteren. Dat kan niet anders dan ten koste van de gemeenschap met God gaan. Tot iedereen die deel uitmaakt van het grote Babylon, de in naam christelijke kerk, komt de oproep: “Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat u met haar zonden geen gemeenschap hebt en opdat u van haar plagen niet ontvangt” (Op 18:4). Afzondering van het kwaad moet zowel uiterlijk als innerlijk zijn. Bij Simson is het in dit geval alleen uiterlijk. Innerlijk blijft hij ermee verbonden.

Copyright information for DutKingComments