Judges 9:14-20

De doornstruik

Dan komt de ‘echte’ heerser naar voren. De bomen die op weg zijn om een koning over zich te zalven (Ri 9:8), hebben tevergeefs een beroep gedaan op de olijfboom, de vijgenboom en de wijnstok. En, heel merkwaardig, het resultaat is niet dat ze zich afvragen of ze wel goed bezig zijn, maar ze gaan door met hun zoektocht. Ze gaan niet terug naar hun eigen plek om daar hun eigen vrucht te dragen. Ze zijn ontevreden met hun plaats in het bos en dat blijven ze. Als niemand van de echte kandidaten bereid is koning te worden, dan gaan ze maar iemand vragen aan wie ze in eerste instantie niet hebben gedacht, maar die het zeker wel zal willen.

In Ri 9:14 lezen we iets wat er de andere keren niet bij staat, namelijk dat het verzoek uitgaat van “al de bomen”. Het lijkt alsof door alle afwijzingen de hunkering naar een leider alleen nog maar sterker is geworden. Ze moeten en zullen iemand hebben die over hen heerst. Dat is een ideaal uitgangspunt voor de doornstruik.

Een doornstruik spreekt tot de verbeelding van ieder die er wel eens mee in aanraking is gekomen. Van een doornstruik kun je alleen pijn verwachten. De doornstruik praat niet over vrucht, maar over schaduw – alsof een doornstruik bescherming tegen de brandende zon kan bieden – en vuur. Wie onder een doornstruik gaat liggen, kan alleen maar schrammen en pijn oplopen.

Dorens zijn een direct gevolg van de zonde (Gn 3:18). Wie zijn toevlucht neemt tot zondige middelen om de eigen verlangens te bevredigen, kan niet anders dan de ondergang verwachten. De doornstruik stelt de vloek voor als gevolg van de zonde die gestalte krijgt in een man die zichzelf zoekt. Een compromis is niet mogelijk. Het is buigen of omkomen. Dat wordt in de rest van dit hoofdstuk bewezen. Wie zelf iets wil zijn onder de broeders, bewijst alleen maar dat hij een doornstruik is.

De uitleg van de gelijkenis

Vanaf de veilige hoogte van de berg Gerizim gaat Jotham vervolgens de gelijkenis aan zijn gehoor uitleggen. Door de weerkaatsing tussen de bergen is hij voor iedereen duidelijk verstaanbaar. Wat hij zegt, moet een krachtige indruk maken op de gewetens van de hoorders (Ri 9:16) die zich in het dal beneden hem bevinden. Hij herinnert hen aan de gunsten die hun in het verleden door zijn vader Gideon zijn bewezen (Ri 9:17) en noemt hun grote ondankbaarheid (Ri 9:18). Dan beklemtoont hij het resultaat van hun opstand (Ri 9:20).

In zijn uitleg tekent Jotham het contrast tussen Gideon en Abimelech. Hij beschrijft de waardeloosheid van Abimelech, die de mannen van Sichem gewillig als koning over zich hebben aanvaard. Hij beschuldigt hen ook van een schaamteloze behandeling van het huis van zijn vader aan wie zij zoveel verschuldigd zijn. Zoveel onrecht kan niet ongestraft blijven. Zij zullen de vrucht van hun eigen handelingen eten. Het verbond tussen Abimelech en de burgers van Sichem zal uitlopen op een strijd waarbij ze elkaar zullen uitroeien. In Ri 9:20 zegt Jotham wie er met de doornstruik wordt bedoeld: Abimelech.

Het contrast met zijn vader Gideon komt ook hierin tot uiting, dat Gideon het koningschap heeft geweigerd, net als de goede bomen. Het koningschap van Abimelech zal het verderf betekenen van het volk en van zichzelf. Ook hier zien we een contrast met Gideon van wie Jotham zegt: “Mijn vader heeft immers voor u gestreden, zijn leven gewaagd en u uit de hand van Midian gered” (Ri 9:17). Gideon heeft zijn leven geriskeerd, letterlijk staat er ‘zijn leven weggegooid’. Dat laat de volle inzet van Gideon zien om het volk van God te bevrijden. Hij lijkt hierin op de Heer Jezus, Die Zijn leven niet alleen gewaagd heeft, maar het heeft overgegeven om ons te redden.

Abimelech lijkt op de duivel, die komt om te stelen, te slachten en te verderven, zoals de Heer Jezus zegt: “De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verderven; Ik ben gekomen opdat zij leven hebben, en het overvloedig hebben. Ik ben de goede Herder; de goede Herder legt Zijn leven af voor de schapen” (Jh 10:10-11). In de eerste (de dief) herkennen we Abimelech, in de tweede (de goede herder) Gideon.

Copyright information for DutKingComments