‏ Leviticus 1:7

Brandoffer van runderen

De Israëliet kan zijn brandoffer kiezen uit drie diersoorten. Alle drie soorten zijn reine, tamme dieren. Ook hebben ze een zeker nut voor de mens. Deze twee kenmerken – rein en tam – maken hen geschikt om te dienen als offer, want ze laten in beeld iets zien van het offer van de Heer Jezus. Een hert en een steenbok bijvoorbeeld zijn wel reine dieren, er mag van worden gegeten. Toch zijn ze ongeschikt als offerdier, want ze zijn niet tam. Er moet op worden gejaagd. Op de Heer Jezus hoefde, om zo te zeggen, niet gejaagd te worden. Hij is vrijwillig gekomen tot dienst van de mens.

De offers zijn in grootte aflopend. God begint met het grootste dier. Als het een brandoffer van runderen is, moet het een gaaf, mannelijk rund zijn. De offeraar moet daar in zijn kudde naar zoeken. Dat vraagt inspanning. Het brengen van een offer kost moeite, het gaat niet vanzelf (vgl. 1Kr 21:23-24). Vervolgens moet hij zijn offergave naar de tent der samenkomst brengen. Daar wordt hij zich bewust van zijn welgevalligheid voor God.

Geestelijk toegepast wil dit zeggen: een offer brengen aan God – dat wil zeggen Hem iets vertellen over de Heer Jezus – kan niet zonder bezig te zijn geweest met de Heer Jezus en te zien Wie Hij is voor God. Dat zien we als we de evangeliën lezen, vooral het evangelie naar Johannes. Daar zien we hoe Hij alles doet voor God. Alles wat Hij doet, is volmaakt, gaaf, zonder enig gebrek; Hij is “vlekkeloos en onbesmet” (1Pt 1:19). Hij doet alles in mannelijke kracht en met volharding. Het rund stelt ook volhardende dienst voor.

Wanneer de offeraar met zijn offerdier voor de tent der samenkomst staat, moet hij zijn hand op de kop van het brandoffer leggen. Daardoor maakt hij zich een met het offer. Al de waarde van het brandoffer gaat daardoor als het ware op hem, de offeraar, over. God ziet hem aan in dit offer. Dit stelt voor ons voor dat God “ons begenadigd [of: aangenaam] gemaakt heeft in de Geliefde” (Ef 1:6). Hij ziet onze zonden niet meer, ze zijn verzoend of bedekt door het werk van de Heer Jezus. Onze eenmaking met de Heer Jezus wordt ook mooi beschreven in Romeinen 6: “Want als wij met Hem één geworden zijn in de gelijkheid van Zijn dood, dan zullen wij het ook zijn [in de gelijkheid] van Zijn opstanding” (Rm 6:5; vgl. Ef 2:5-6).

Ook het aspect van de verzoening wordt genoemd. Verzoening betekent bedekking. De offeraar wordt voor God bedekt met het oog op zijn zonden. Hoewel het brandoffer niet gebracht wordt met het oog op de zonde, is de offeraar van nature wel een zondaar. Als wij tot God komen in de aangenaamheid van het offer van Christus, weten we dat er voor onze zonden verzoening is gedaan. Daarom wordt er direct in aansluiting op het feit dat we aangenaam gemaakt zijn in de Geliefde gezegd: “In Wie wij de verlossing hebben door Zijn bloed, de vergeving van de overtredingen” (Ef 1:7).

Nadat de offeraar zijn hand op de kop van het brandoffer heeft gelegd, moet hij het dier slachten, letterlijk ‘de keel doorsnijden’. Dat legt er de nadruk op dat het dier niet alleen wordt gedood, maar dat er bloed vloeit. Het betekent voor ons dat wij nadenken over de dood van de Heer Jezus. Wij moeten in ons hart erover nadenken dat Hij is gestorven omdat God dit van Hem heeft gevraagd. We bieden de Heer Jezus als brandoffer aan God aan, we brengen Hem voor Gods aangezicht als we God vertellen hoezeer Hij een volmaakt welgevallen moet hebben gevonden in de dood van de Heer Jezus.

De offeraar mag ook de huid van het brandoffer afstropen en het offer in stukken verdelen. Dat doen wij als we ons bezighouden met het innerlijk van de Heer Jezus. Vooral in het boek Psalmen horen we wat er in Hem omgaat tijdens het volbrengen van Zijn werk op het kruis. Uiterlijk en innerlijk is alles volmaakt aan God toegewijd. Daarover lezen, daarover nadenken en dan met God daarover spreken is het neerleggen van de stukken van het offer voor Hem.

De priesters kennen door hun omgang met God de waarde van het bloed en van de stukken van het offer. Zij weten hoe ze ermee moeten omgaan, hoe ze alles op een voor God welgevallige manier kunnen offeren. De priesters maken vuur. Vuur stelt Gods onderzoekende en beproevende heiligheid voor. Het offer komt in het vuur. Gods onderzoekende en beproevende heiligheid vindt niets in Hem persoonlijk dat niet met Gods heiligheid in overeenstemming is.

In de “stukken” kunnen we de verschillende fasen van het leven van de Heer Jezus zien. Elke fase laat volmaaktheid zien. Hij is als Kind en als Jongeman volmaakt gehoorzaam aan Zijn ouders. Als Hij volwassen is en Zijn weg door Israël gaat, is Hij ook daarin volmaakt. In alles wat Hij in die weg tegenkomt, wordt Zijn volmaaktheid zichtbaar. Hij spreekt en handelt altijd op volmaakte wijze.

De “kop” stelt het denken van de Heer Jezus voor. Al Zijn gedachten zijn altijd op God gericht. Het “vet” stelt de energie voor waarmee Hij het werk volbrengt. Bij het dankoffer wordt uitvoerig over het vet gesproken (Lv 3:3-5). De “ingewanden” zien op Zijn innerlijke gevoelens. We lezen meerdere keren dat de Heer Jezus “met ontferming bewogen” is, dat wil zeggen dat Hij innerlijk aangedaan is (Mt 9:36; Mt 14:14; Mt 15:32; Mt 20:34; Mk 1:41; Mk 6:34; Mk 8:2; Lk 7:13; Lk 15:20). De “poten” spreken van Zijn wandel.

Alle stukken moeten met water worden gewassen. Water is een beeld van het Woord van God (Ef 5:26). Er is niets in de Heer Jezus dat moet worden weggewassen, zoals dat zo vaak bij ons wel het geval is. Alles in en van de Heer Jezus is in volkomen overeenstemming met Gods Woord. Bij Hem is het water, om zo te zeggen, na het wassen even zuiver als ervoor, omdat er geen vuiligheid te verwijderen is. Elk aspect van Zijn leven en ook van Zijn dood is beproefd door het Woord van God. Alles blijkt op het Woord gebaseerd te zijn en vindt in Hem zijn vervulling.

Alles wordt op het altaar verbrand, waardoor het als een aangename geur voor God tot Hem omhoogstijgt. Het altaar is een beeld van het kruis van de Heer Jezus waar Hij het offer van Zijn leven heeft gegeven. God wenst uit onze harten te ontvangen wat wij daarin hebben overwogen over wat Zijn Zoon op het kruis heeft gedaan, met name wanneer we als gemeente samenzijn.

Copyright information for DutKingComments