‏ Leviticus 26:16

Gevolgen van ongehoorzaamheid (1)

In de Lv 26:14-40 gaat het over de gevolgen voor het volk als het ongehoorzaam zal zijn. Niet luisteren naar Gods geboden toont minachting ervoor. Het zijn geen zonden van onwetendheid of zwakheid. In dat geval kan er geofferd worden. Maar als het volk bewust aan Gods inzettingen en geboden voorbijgaat, zal de zegen verminderen en God zal ten slotte het volk uit het land verdrijven. Het volk zal verstrooid worden onder de volken. De Goddelijke dreigementen betreffen Israëls toekomst.

De verstrooiing van het volk is letterlijk vervuld. Dat zou het moeilijk kunnen maken te geloven dat de profetieën van Leviticus 23 en Leviticus 25 ten aanzien van volk en land in vervulling zullen gaan. Maar God zal doen wat Hij Zich heeft voorgenomen. Hijzelf zal in het dwalende volk bekering teweegbrengen. Hij zal een werk van genade in het volk doen, zodat ze in een toestand komen dat Hij toch aan dat bekeerde volk al Zijn plannen kan vervullen.

Dat bekeerde volk zal een overblijfsel zijn, maar dat overblijfsel is tevens “heel Israël” (Rm 11:25-26). God zal hen zegenen op grond van Zijn verbond met Jakob, Zijn verbond met Izak en Zijn verbond met Abraham (Lv 26:42; 45).

De eerste aankondiging van de gevolgen bij ongehoorzaamheid van het volk stelt ziekten, honger en nederlagen in het vooruitzicht. De plagen vloeien voort uit dit vreselijke feit dat de HEERE Zijn aangezicht tegen hen heeft gekeerd (Lv 26:17). Hij zal tegen hen ingaan (Lv 26:24; 28; 40-41). Als dat het geval is, zal elke maatregel om Gods toorn af te wenden, waardeloos blijken te zijn en vergeefse moeite betekenen. Bij gehoorzaamheid zullen geen ziekten hen treffen (Ex 23:25; Ex 15:26).

Copyright information for DutKingComments