‏ Leviticus 27:14-15

Wijding van een huis

In Leviticus 14 kan een huis melaats zijn, dat is negatief. Hier kan het aan God gewijd worden, dat is positief. De wijding van een huis kunnen we in de eerste plaats toepassen op de tabernakel, het huis van God. Dat is volmaakt heilig voor de HEERE. Daarin woont God bij Zijn volk en mag Zijn volk bij Hem wonen, als ze Hem toegewijd zijn. De waarde die de priester ervan bepaalt, staat vast.

In de toepassing op de gemeente als het huis van God kunnen we zeggen dat voor de Heer Jezus de waarde van Gods huis vaststaat. Hij heeft de volle prijs betaald. Hij heeft het huis, de gemeente, vrijgekocht door Zijn dood. Hij heeft er ook het vijfde deel aan toegevoegd, dat wil zeggen dat Hij in Zijn dood God op het hoogst heeft verheerlijkt.

Het huis kunnen we ook toepassen op het huis Israël. De HEERE kan daar nu niet meer in wonen, maar het zal weer voor Hem worden geheiligd. Dat zal gebeuren op grond van hetzelfde werk dat de Heer Jezus heeft gedaan om het nieuwtestamentische huis, de gemeente, aan God te wijden.

Een huis kunnen we ook zien als een beeld van een plaatselijke gemeente. Een plaatselijke gemeente kan collectief aan God gewijd zijn. Dan zijn de samenkomsten en het broederlijke samenwonen op de eer van God gericht. Helaas is door allerlei drukte de plaatselijke gemeente vaak niet meer als geheel op de Heer Jezus gericht. Ieder is te druk met de eigen bezigheden. Dan is daar toch de Heer Jezus Die de prijs heeft vastgesteld en heeft betaald en ook het vijfde deel extra. Daardoor kunnen wij er nu in wonen en de gemeenschap met God, met de Heer Jezus en met elkaar genieten.

Copyright information for DutKingComments