Luke 15:5-7
Het verloren schaap
De negenennegentig stellen de klasse van farizeeën en schriftgeleerden voor. Zij worden in de woestijn achtergelaten, niet in een omheinde weide. Zij worden als het ware aan zichzelf overgelaten. Het gaat de herder om dat ene schaap dat verloren is, niet om de negenennegentig, want die zijn niet verloren. De farizeeën en schriftgeleerden zien zichzelf niet als verloren. De herder zet zich dan ook niet in voor hen, maar voor dat ene schaap dat verloren is. Hij heeft er alles voor over om het te vinden en hij gaat door met zoeken totdat hij het vindt. Als hij er niet achteraan was gegaan, zou het steeds verder zijn verdwaald en zijn omgekomen. De herder gaat het schaap na omdat het een enorme waarde voor hem heeft. Dit aspect zien we ook bij de drachme en de zoon. Het gaat om het gemis dat de bezitter ervaart en zijn verlangen om het terug te bezitten. Het gaat om een God Die vol genade en barmhartigheid op zoek is naar mensen die door de zonde van Hem zijn vervreemd, om hun Zijn welbehagen in hen bekend te maken en hen terug te brengen aan Zijn hart. God vindt de mens op het moment dat er berouw is bij de mens. Als de herder het schaap heeft gevonden, tilt hij het op en legt het op zijn schouders. Het is mooi om eraan te denken dat de macht en kracht van de Heer Jezus met betrekking tot de schepping worden uitgedrukt in de woorden “en de heerschappij rust op Zijn schouder” (Js 9:5), terwijl hier staat dat Hij het verloren en gevonden schaap op Zijn schouders legt. Voor de heerschappij over de wereld is één schouder genoeg. Om een verloren schaap bij de kudde terug te brengen gebruikt Hij beide schouders. Hij legt het ook “blij” op Zijn schouders. Het is een oorzaak van vreugde voor de Herder dat Hij Zijn schaap terug heeft. En waar brengt de herder het schaap naar toe? Hij brengt het niet terug in de woestijn, naar de kudde die hij achterliet, maar hij neemt het mee naar zijn huis, hij brengt het “thuis”. Het verloren schaap is ‘thuisgekomen’. De herder wil ook anderen laten delen in zijn vreugde over het teruggevonden schaap. Hij roept zijn vrienden en buren bijeen om met hem blij te zijn over het terugvinden van “mijn” schaap. Een mens die blij is omdat hij iets terugvindt wat aan hem toebehoort, kan enigszins begrijpen hoe God Zijn vreugde vindt in de redding van het verlorene. In elk geval beroept Christus Zich op die menselijke blijdschap om die van God te rechtvaardigen. De Heer verzekert ons hier ervan dat een zondaar die zich bekeert, toonaangevend is voor de blijdschap in de hoge. Daar is niemand die mort, iedereen verheugt zich in de liefde. Is dat zo bij ons? De hemel is niet blij met al die mensen die menen dat ze rechtvaardig zijn en daarom denken geen bekering nodig te hebben. De echte blijdschap is het resultaat van de zoekende liefde van de Heer Jezus.
Copyright information for
DutKingComments