‏ Matthew 2:1-11

De wijzen uit het oosten

Koning Herodes is aan de macht. Dat geeft aan wat voor tijd het is in Israël als de Heer Jezus wordt geboren. Herodes is het zinnebeeld van de mens die alleen zijn eigen eer zoekt, een beeld van de antichrist, die zich macht aanmatigt. Bij de tweede komst van de Heer Jezus, Zijn wederkomst in macht en majesteit, zal deze valse koning, de antichrist, op de troon zitten en door Hem worden geoordeeld.

De geboorte van Christus is aan Israël als geheel voorbijgegaan. Het volk heeft Hem niet verwacht. God zorgt er echter voor dat Hij wordt gehuldigd. Daarvoor gebruikt hij mensen uit de heidenen die uit een ver land komen. We hebben Gods aandacht voor de heidenen in dit evangelie, dat toch speciaal voor de Joden is geschreven, ook al gezien in het geslachtsregister. Daarin worden twee heidense vrouwen genoemd: Rachab en Ruth.

De wijzen denken dat Jeruzalem de plaats is waar de Koning is geboren. Daar zal Hij wel regeren, maar daar is Hij niet geboren. God leidt de wijzen. Daarvoor gebruikt Hij verschillende middelen waarbij duidelijk wordt dat alles Hem ten dienste staat. Hij gebruikt een ster, een jaloerse Herodes, gevoelloze godsdienstige leiders en de Schrift.

God heeft aan de wijzen de ster, “Zijn” ster, dat is de ster van Christus, laten zien, die zou opgaan: “Er zal een ster uit Jakob opkomen” (Nm 24:17). Zij ondernemen de lange reis om de geboren Koning der Joden te huldigen. Uit wat zij doen, blijkt hun wijsheid.

Reactie van Herodes

Herodes ziet een bedreiging van zijn positie in wat hij hoort over een geboren Koning. Dat is begrijpelijk bij deze goddeloze koning. Maar niet alleen Herodes is ontsteld, heel Jeruzalem is met hem ontsteld. In plaats van gejubel is er ontsteltenis als ze van Zijn geboorte horen! Hun hele houding is afwijzend. De godsdienstige leiders hebben hun keus gemaakt. Zij staan aan de zijde van Herodes, niet aan de kant van Christus. De geboren Koning is een ongewenste indringer en niet de vervulling van een gekoesterde hoop. De Messias is nog een Baby. Hij heeft nog niets gedaan. Toch voelen ze dat Zijn komst een verstoring van hun genoegens zal betekenen.

Allen die in Jeruzalem wonen, zijn de nakomelingen van hen die eens uit Babel naar Israël zijn teruggekeerd. Zij zouden toch hebben moeten uitzien naar de Messias. Maar de Heiland is ruim een jaar onder hen en ze hebben het niet gemerkt omdat hun hart niet naar Hem uitgaat.

Herodes laat “alle overpriesters en schriftgeleerden”, de godsdienstige leiders, bij zich komen en vraagt waar de Christus – in het Hebreeuws Messias; de betekenis van beide woorden is ‘gezalfde’ – geboren zou worden. Het is de eerste kennismaking in dit evangelie met de overpriesters en schriftgeleerden. Hier zijn ze nog onverschillig, maar die onverschilligheid zal uitgroeien tot haat naarmate de Heer Zijn werk in Israël doet.

De leiders weten de vraag onmiddellijk en precies te beantwoorden. Ze kennen de Schrift, althans wat de letter betreft, en gebruiken die alleen als een informatieverschaffer. Wat ze weten, stellen ze in dienst van de tegenstander. Aan de hand van de Schrift vertellen ze Herodes de weg. Zelf weigeren ze die weg ook maar één stap te gaan hoewel die weg naar het Bethlehem van hun profeet loopt. Terwijl de wijzen zijn gekomen om de Messias te huldigen, spannen zij samen met Herodes die het plan heeft om de Koning te doden.

Nadat de wijzen door de ster zijn geleid, worden ze nu geleid door het Woord. De leidslieden wijzen de plaats van de geboorte van de Messias aan door aan te halen wat de profeet Micha heeft gezegd (Mi 5:1). Micha spreekt over Hem als een Heerser Die tegelijk Zijn volk zal hoeden, dus een Herder zal zijn. De beide aspecten van deze prachtige combinatie komen alleen in Gods Zoon volkomen tot hun recht (vgl. 1Kr 11:2).

Herodes weet nu de plaats van de geboorte, maar hij wil meer informatie om zijn moorddadige plannen zo effectief mogelijk uit te voeren. Leugenachtig onderzoekt hij daarom bij de wijzen het verloop van de geboorte. Vervolgens zendt hij hen naar Bethlehem en wordt zo onbedoeld een wegwijzer naar het Kind. Wel wil hij dat ze, als ze het Kind hebben gevonden, hem dat komen vertellen. Hij vraagt hun dat met de huichelachtige mededeling dat hij het Kind ook wil huldigen.

De wijzen bij het Kind

Zonder een woord tegen Herodes te zeggen gaan de wijzen weg. Als ze buiten zijn, zien ze weer de ster die ze hebben gezien op het moment van de geboorte van de Heer Jezus. Die ster heeft hen ertoe gebracht op weg te gaan, maar de ster heeft hen niet onderweg geleid. De ster gaat hen nu voor tot bij de plaats waar de Heer Jezus is. Het zien van de ster veroorzaakt grote vreugde bij hen. God zorgt altijd voor leiding bij allen die wandelen naar het licht dat zij hebben, al is dat nog zo gering. Het aanwezige en toegevoegde licht leidt altijd naar Christus en geeft grote vreugde.

Ze komen in een huis en niet in een stal (vgl. Lk 2:7). Dit is ook een aanwijzing dat er geruime tijd is verstreken sinds de geboorte van de Heer Jezus. Ze zien ”het Kind met Maria, Zijn moeder” en aanbidden het Kind. Maria is geen voorwerp van aanbidding. De schatten die ze hebben meegenomen, worden geopend. Ze bieden het Kind geschenken aan. Deze geschenken passen bij dit Kind en wijzen symbolisch op de heerlijkheid van Zijn Persoon en op de uitnemendheid en het einde van Zijn leven op aarde. Het goud stelt Zijn Goddelijke heerlijkheid voor. De wierook is de welriekende geur die van Zijn leven uitgaat naar Zijn omgeving en omhooggaat naar God. De mirre spreekt van het lijden en de dood die Hij zal ondergaan.

Christus wordt gevonden in een huis. We kunnen dit toepassen op Gods huis in deze tijd, dat is de gemeente van God (1Tm 3:15). De Geest leidt mensen die Hem zoeken altijd naar de gemeente. Daar alleen is Hij te vinden. Daar is Hij het voorwerp van aanbidding. De wijzen vertegenwoordigen de volken. Christus is “de hoop van de heerlijkheid” voor de volken (Ko 1:27). Dit tafereel ziet ook op de tijd na de gemeente, wanneer de volken komen om Hem te eren (Ps 72:11).

Na hun eerbetoon aan de geboren Koning der Joden krijgen de wijzen een aanwijzing van God om niet naar Herodes terug te keren. Ook nu laten ze zich leiden door wat God zegt. Daarom gaan ze niet weer via Jeruzalem, maar keren langs een andere weg naar hun land terug.

Copyright information for DutKingComments