Matthew 26:24-25
Viering van het Pascha
In de avond voegt de Heer Zich bij hen met de tien andere discipelen. Zo ligt Hij aan met de twaalf discipelen, onder wie ook Judas. Het Pascha is een maaltijd voor discipelen, voor leerlingen van de Meester, voor volgelingen van de verworpen Koning.Eten is een beeld van gemeenschap. In die gemeenschap is een element dat er niet bij hoort. Onder de twaalf discipelen is iemand die de Heer zal overleveren. De Heer laat hier niet slechts zien dat Hij weet wie Hem verraden zal. Dat wist Hij al toen Hij Judas als apostel riep. Hij zegt: “Een van u.” Dat is het wat Zijn hart treft en Hij wil dat het ook de anderen treft.De discipelen worden allemaal bedroefd. Hoofd voor hoofd vragen ze zich af en stellen Hem dat als vraag: “Ik toch niet, Heer?” Hieruit blijkt een mooie karaktertrek die bij allen aanwezig is. Niemand van hen voelt zich er te goed voor. Niemand zegt: ‘Anderen misschien wel, maar ik niet, Heer!’ De Heer antwoordt niet met het noemen van de naam van Judas. Hij antwoordt dat Hij door een gebaar zal laten zien wie Hem zal overleveren. Hiermee doet Hij een beroep op hun geestelijk inzicht.Het stelt twee kanten voor die door de hele Bijbel heen aanwezig zijn. Enerzijds zegt Hij dat Hij als de Zoon des mensen vervult wat God heeft bepaald, zoals over Hem geschreven staat. Anderzijds stelt Hij de mens die zich beschikbaar stelt als instrument van de boze volledig verantwoordelijk voor die daad.Niemand weet beter dan Hij hoe vreselijk de daad is die Judas gaat verrichten. Als de Schepper heeft Hij Judas het leven gegeven. Als afhankelijke Mens zegt Hij dat het beter geweest was voor Judas als hij nooit geboren was. God geeft het leven aan de mens en zegt tegen hem hoe hij dat moet gebruiken. Daarbij laat Hij aan de mens over wat hij daarmee doet. Nooit zal een mens God enig verwijt kunnen maken voor de daden die hij zelf heeft verricht. Hoezeer het hart van Judas verhard is, blijkt uit zijn reactie. Ook hij vraagt: “Ik toch niet?” Hij noemt de Heer echter niet ‘Heer’, maar “Rabbi”. Het geeft aan dat hij nooit heeft gebogen voor het gezag van Christus als Heer. De Heer bevestigt zijn vraag. Volgens het evangelie naar Johannes verlaat Judas op dit moment de zaal (Jh 13:30). Judas heeft dan ook niet deelgenomen aan het avondmaal dat de Heer hierna instelt.
Copyright information for
DutKingComments