Matthew 4:5-7
De tweede verzoeking
De tweede verzoeking is niet gericht op de lichamelijke, maar op de godsdienstige behoeften. Daarvoor neemt de duivel de Heer Jezus mee naar Jeruzalem, de heilige stad, en wel naar de heiligste plek van die stad, de tempel. Hij laat Hem plaatsnemen op de dakrand van de tempel. Vervolgens doet hij wat de Heer heeft gedaan. Hij haalt iets aan wat geschreven staat. Maar als de duivel het Woord van God aanhaalt, is dat altijd om het te misbruiken en altijd haalt hij het verminkt aan. De tekst die de duivel aanhaalt om de Heer tot een roekeloze daad te verleiden (Ps 91:11-12), heeft betrekking op Gods belofte dat Hij de Messias zal beschermen tegen onheil. Door deze tekst aan te halen zegt de duivel als het ware: ‘Hier is een woord van God voor U.’ De verminking van het Woord zit daarin dat de duivel de woorden “op al uw wegen” weglaat. Weer wil de duivel Hem iets laten doen zonder in de weg van God te zijn. Maar zijn list gaat nog verder. Hij wil dat Christus God uitdaagt te bewijzen dat Hij de Messias zal bewaren en beschermen. Dat blijkt uit het antwoord van de Heer, een antwoord dat weer bestaat uit een aanhaling uit de Schrift (Dt 6:16). Ook hier gaat Hij niet met de duivel in discussie. In Zijn antwoord geeft Hij aan dat Hij onvoorwaardelijk op God vertrouwt en dat het zonde is in ongeloof bewijzen te vragen of God Zijn vertrouwen wel waard is. We wantrouwen God als we willen dat Hij Zijn zorg bewijst door uiterlijke handelingen. De eerste twee verzoekingen laten twee beginselen zien die tot overwinning voeren. Het eerste beginsel is eenvoudige en absolute gehoorzaamheid. Het tweede is een volkomen vertrouwen in de weg van gehoorzaamheid. Om de moed te hebben te gehoorzamen hebben we vertrouwen nodig. Maar vertrouwen wordt alleen in de weg van gehoorzaamheid gevonden.
Copyright information for
DutKingComments