Micah 7:7

Uitzien naar de HEERE

Nadat de profeet zijn klacht heeft geuit over de verdorvenheid van zijn tijd, kijkt hij naar boven, naar de HEERE. Micha gebruikt het woord “echter”, wat de tegenstelling met het voorgaande accentueert. De Geest van God bewerkt een opzien tot de HEERE als de God van zijn heil of behoudenis na alles om zich heen te hebben waargenomen zoals in de vorige verzen. Hij is totaal anders in zijn gedrag en verwachting dan zijn volksgenoten die alleen aan zichzelf denken en voor zichzelf leven.

Het Hebreeuwse woord voor “uitzien” (sapah) betekent ‘kijken’ of ‘vol verwachting wachten’. Het is het woord dat ook voor de ‘wachters’ in Mi 7:4 wordt gebruikt. De Godvrezende zal als een wachter elke schaduw waarnemen en elk geluid horen als een bewijs dat God aan het werk is. Als we niet verwachtingsvol uitzien naar het geringste teken van het werk van God, is het gevaar groot dat we wanhopig worden. Micha ziet uitkomst en zinkt daarom niet weg in wanhoop.

De toestand is slecht, maar niet helemaal hopeloos als hij denkt aan “de God van mijn heil”, dat is de God van Wie al zijn heil, zijn volle behoudenis, komt (Ps 27:9; Js 17:10). Micha gaat niet zelf aan het werk, maar wacht op God, dat Hij zal handelen op Zijn tijd. Deze berusting in Gods wil bij de wetenschap dat Hij soeverein in de wereld werkt, bewerkt vrede in het hart van Micha. Hij spreekt het vol vertrouwen uit dat zijn God hem zal horen.

Het zou te begrijpen zijn dat de sociale misstanden in Gods volk in de dagen van Micha hem ertoe zouden brengen te twijfelen aan de wijsheid van Gods beleid. Maar het is juist het geloof in de wijsheid van Gods beleid waardoor Micha niet in vertwijfeling raakt. De taal die Micha spreekt, is de taal van het geloofsvertrouwen van Christus en van de Geest van Christus in het gelovig overblijfsel in de grote verdrukking. Na de belijdenis van de zonden komt de belijdenis van het geloof van het verootmoedigde volk. De profeet, als vertolker van het overblijfsel, richt zijn oog op Hem en wacht op het uur van de bevrijding (Ps 130:6).

Wanneer alles om ons heen zo ontrouw is en niemand meer te vertrouwen is, als alle liefde en trouw onder de mensen zijn verdwenen en de dag van bezoeking is aangebroken, blijft God alleen over als Degene Die altijd trouw blijft. Wie op Hem vertrouwt, zal nooit beschaamd uitkomen. Het geloof zegt met zekerheid: “Mijn God zal mij horen.” Horen betekent het bevrijden van de totale ondergang die met de ballingschap lijkt te zijn gekomen.

Copyright information for DutKingComments