‏ Nehemiah 3:26

De tempeldienaren – de Waterpoort

De tempeldienaren

Tussen alle bedrijvigheid door wordt hier een opmerking gemaakt over de tempeldienaren. Ze wonen op de Ofel, een hoogte vlak voor de Waterpoort aan de zuidkant van de tempel. Tempeldienaren, ook wel Nethinim genoemd, worden altijd in het meervoud genoemd. Zij zijn verbonden aan de dienst in de tempel. Hun taken liggen op het terrein van allerlei hand-en-spandiensten. Zeer waarschijnlijk zijn zij nakomelingen van de Gibeonieten, die zich door list bij het volk van God hebben gevoegd (Jz 9:3-15). Jozua vervloekt hen daarvoor en bepaalt dat zij nooit zullen ophouden “houthakkers en waterputters voor het huis van mijn God” te zijn (Jz 9:23).

In verbinding met de naam Pedaja zien we hoe de HEERE hen van de vloek heeft verlost. Zij hebben zich geschikt in de uitspraak van Jozua en daardoor is de vloek voor hen tot een zegen geworden. De muur dient ook om hen te beschermen en te bewaren voor de dienst die hun is opgelegd.

De Waterpoort

De Waterpoort, de zevende poort die in dit hoofdstuk wordt genoemd, maakt geen deel uit van de muur, maar ligt, evenals de Ofel, binnen de muur. Er staat niet dat de Waterpoort wordt hersteld. Wel wordt vermeld dat de poort aan “de oost[kant]” van de muur is, in de buurt van “de [hoog] uitstekende toren”.

Bij de Bronpoort (Ne 3:15) hebben we al gezien dat het water spreekt van het Woord van God (Ef 5:26). Daar is het water in actie, een bron die opspringt. Dat is het Woord dat zijn werk doet en werkt (1Th 2:13). Hier stelt het water ook het Woord van God voor, maar dan meer in zijn onveranderlijkheid. Dat is een duidelijke toepassing van het feit dat de Waterpoort niet hersteld hoeft te worden. Aan het Woord hoeft niets verbeterd te worden. Het blijft eeuwig in al zijn volmaaktheid bestaan (Ps 119:89; Jh 1:1; Op 19:13).

Dat geeft hoop voor de toekomst, waarvan de oostkant spreekt. De oostkant is de kant waar de zon opgaat. Wanneer de Heer Jezus verschijnt als “de Zon der gerechtigheid” (Ml 4:2), zal Hij alles in vervulling doen gaan wat God in Zijn Woord heeft beloofd. Het is alsof “de [hoog] uitstekende toren” dat nog eens benadrukt. De wachter in die toren ziet uit naar het oosten om als eerste de Zon der gerechtigheid te zien opgaan.

Copyright information for DutKingComments