Numbers 18:24-26

Het erfdeel van de Levieten

Deze verzen verwijzen ook naar het land waarheen het volk op weg is. In de woestijn al maakt de HEERE bekend wat het deel en erfdeel van de priesters en de Levieten zal zijn. Zij krijgen geen bezit, geen stuk van het land. Maar dat zal voor hen geen verlies betekenen. Zij krijgen de HEERE als hun “deel en erfelijk bezit” (Nm 18:20; Dt 10:9; Dt 18:1; vgl. Ps 16:5; Ps 73:26; Kl 3:24). Aan Hem behoort alles toe. Wie Hem als erfdeel heeft, heeft veel meer dan een deel van het land. Hij heeft alles. De christen bezit alles in Christus, Die zijn deel is, want alle zegeningen zijn in Hem samengevat, in Hem zijn “al de schatten van de wijsheid en kennis verborgen” (Ko 2:3).

De tienden van de Levieten

De tienden van de Levieten komen van het volk van God. Onze geestelijke tienden die wij geven als leden van het volk van God voorkomen dat de Levieten zondigen. Een toepassing is dat wij op een dienst geen afbrekende, maar juist opbouwende kritiek leveren. Allen die een dienst mogen doen, moeten wij ondersteunen door bemoediging, door iets door te geven wat wij van de Heer Jezus hebben ontvangen. Dan krijgen we een gezonde Levietendienst. Zo kunnen wij ook voor elkaar bidden.

Zij voor wie het leven bestaat uit het leveren van bijdragen aan het werk van de Heer zijn net zo goed verantwoordelijk om van hun inkomsten aan de Heer te geven. De Levieten moeten zelf ook de tienden betalen, een inzetting die ook na de ballingschap wordt gehouden (Ne 10:38-39). Zij betalen hun tienden van wat zij van het beste van het volk ontvangen. Zij geven het beste van het beste.

Het niet voldoen aan deze inzetting betekent dat de dienaar zonde op zich laadt. Het voldoen aan deze inzetting maakt ons nooit armer, maar juist rijker, niet in materiële, maar in geestelijke zin: “Breng al de tienden naar het voorraadhuis, zodat er voedsel in Mijn huis is. Beproef Mij toch hierin, zegt de HEERE van de legermachten, of Ik niet de vensters van de hemel voor u zal openen, en zegen over u zal uitgieten, zodat er geen [schuren] genoeg zullen zijn” (Ml 3:10).

Copyright information for DutKingComments