‏ Numbers 22:9

Gesprek tussen God en Bileam

God opent het gesprek met Bileam. Deze schijnt er niet van te schrikken, gewend als hij is aan de omgang met de geestenwereld, waarbij hij tot nog toe alleen met boze geesten te maken heeft gehad. Hij weet niet beter of ook nu betreft het een waarzeggende geest. Zo vangt God de sluwe profeet in zijn eigen net (1Ko 3:19).

God stelt nooit vragen omdat Hij Zelf het antwoord niet weet, maar om de mens ertoe te dwingen na te denken over wat er in zijn hart is. In dit geval moet het Bileam bepalen bij het feit dat men hem is komen vragen om Gods volk te vervloeken. Bileam legt God uit waar het om gaat. Uit wat hij zegt, blijkt dat hij er geen flauw besef van heeft dat het gaat om het volk van de God met Wie hij spreekt.

God doet de zaak af met het bevel aan Bileam niet mee te gaan om het volk te vervloeken omdat het een gezegend volk is. Dat Bileam het later nog eens probeert, toont aan dat hij door geldzucht wordt geleid en niet door wat God zegt. God heeft vaker tot goddeloze mensen gesproken, zoals tot Abimelech en Laban, met het bevel zich niet aan Zijn uitverkorenen te vergrijpen (Gn 20:3; Gn 31:24).

In zijn antwoord aan de boden van Balak spreekt Bileam alleen over de weigering van de HEERE om hem mee te laten gaan. Er klinkt de teleurstelling in door van een man die geen gemeenschap heeft met God. Hij wil graag meegaan, maar helaas, het wordt hem niet toegestaan. Hij rept er met geen woord over dat het een gezegend volk is. De boden brengen geen getrouw verslag uit van wat Bileam heeft gezegd. Zij spreken alleen van de weigering door Bileam.

Copyright information for DutKingComments