Numbers 34:16-29

Wie het land als erfdeel toewijzen

De mannen die het land moeten verdelen en elke stam een erfdeel zullen toewijzen, behoren, behalve Jozua en Kaleb, tot de tweede generatie. De leiders van de stammen, genoemd in Numeri 1, zijn er niet meer. Hier hebben we te maken met nieuwe leiders. God zorgt altijd weer voor alles wat nodig is voor Zijn volk.

De leiders zijn een beeld van de gaven die de Heer Jezus aan Zijn gemeente heeft gegeven om Gods volk in te leiden in de zegeningen van het land. Iedere leider van een stam krijgt een erfdeel en hij moet dat erfdeel verdelen onder de families waaruit die stam bestaat. Als toepassing kunnen we in een stam een lokale gemeenschap van broeders en zusters zien. Wij hebben in ons leven in de praktijk niet met de hele gemeente, het hele volk van God te maken, maar met de plaatselijke uitdrukking daarvan. Het is te wensen dat er in elke plaatselijke gemeente zulke leiders zijn.

Het land is van het hele volk, maar het genot is voor elk lid van het volk verschillend. Ze luisteren allemaal naar het Woord, maar ieder draagt daarvan een eigen zegen weg. Een leider gaat vooraan in de strijd. Leiders stellen het karakter van overwinnaar voor. Zij worden door de Heer gebruikt om de juiste beslissing te nemen in het uitdelen van de zegen en het vasthouden daarvan. Het zijn allen in de gemeente die ervoor zorgen dat de gelovigen in het bezit komen en blijven van de zegeningen waarmee ze in Christus gezegend zijn in de hemelse gewesten.

De leiders zelf staan weer onder gezag van Eleazar en Jozua. Alle dienst van leiders in het midden van de gelovigen is afhankelijk van de Heer Jezus als Hogepriester en Aanvoerder (Hb 3:1; Hb 12:1b-2).

Copyright information for DutKingComments