Numbers 7:84

Totalen van de wijdingsgave

Alles wordt door God opgeteld. Het is voor God geen grote hoop, maar de som van de afzonderlijke delen. Na twaalf dagen telt God:

1. twaalf zilveren schotels, elk honderddertig sikkel (ongeveer anderhalve kilo) vol meelbloem gemend met olie, als graanoffer;

2. twaalf zilveren sprengbekkens, elk zeventig sikkel (ongeveer achthonderd gram) vol meelbloem gemend met olie, als graanoffer;

3. twaalf gouden schalen, elk tien sikkel (ongeveer honderdtien gram) vol met reukwerk;

4. twaalf jonge stieren voor het brandoffer met het bijbehorende graanoffer;

5. twaalf rammen voor het brandoffer met het bijbehorende graanoffer;

6. twaalf eenjarige lammeren voor het brandoffer met het bijbehorende graanoffer;

7. twaalf geitenbokken als zondoffer;

8. vierentwintig jonge stieren als dankoffer;

9. zestig rammen als dankoffer;

10. zestig bokken als dankoffer;

11. zestig lammeren van een jaar oud als dankoffer.

Wat moet het voor Hem een vreugde zijn als Hij aan het einde van een samenkomst op de eerste dag van de week, waar we Hem hebben geëerd met de inwijdingsgaven – onze offers van lof en dank (Hb 13:15) – die ieder van ons aan Hem heeft gebracht, zo kan optellen.

Copyright information for DutKingComments