‏ Proverbs 14:2

De HEERE vrezen of Hem verachten

Hier is het contrast tussen wie de HEERE vreest en wie Hem veracht. Het leven dat iemand leidt, bewijst of Hij met God wandelt of niet. Uit iemands wandel, dat wil zeggen zijn hele manier van leven, kan men vaststellen hoe zijn verhouding tot God is (vgl. Lk 6:43-44; Mt 7:20; Mt 12:33). Het gaat om een gewoonte, om een constant gedrag, en niet om een incidentele, voorbijgaande gebeurtenis.

“Wie in zijn oprechtheid wandelt”, doet dat omdat hij God vreest. Er is geen oprechtheid van wandel mogelijk zonder de aanwezigheid van eerbied en ontzag voor God. Er stroomt geen water zonder dat er een bron is. Genade in het hart is de bron van een oprechte wandel. Samuel is een voorbeeld van de eerste versregel en Saul van de tweede (1Sm 12:1-5; 1Sm 15:22).

“Wie van zijn wegen afwijkt”, dat wil zeggen afwijkt van de wegen die hij moet gaan, laat zien dat hij God niet vreest, maar integendeel Hem veracht. Afwijken wil zeggen afwijken van het zich houden aan de geboden van de HEERE. Het betreft al zijn wegen, wat hij ook doet, waar hij ook heengaat, wat hij ook bedenkt en zegt. Hij bepaalt het allemaal zelf, zonder in enig opzicht met God rekening te houden. Ook hier gaat het niet om een incidentele gebeurtenis, maar om een voortdurend gedrag dat een voortdurend verachten van God laat zien. Het maakt niet uit of hij zich dat wel of niet bewust is. Wie zijn eigen leven leeft, veracht God Die hem het leven heeft gegeven om voor Hem te leven.

Copyright information for DutKingComments