‏ Proverbs 17:20

Ruzie liefhebben komt uit een verkeerd hart

We kunnen “door een overtreding overvallen” (Gl 6:1) worden zonder die overtreding lief te hebben. Iemand anders kan ons dan terechtbrengen. Maar “wie overtreding liefheeft” (Sp 17:19), bezit een verdorven geest. Zijn optreden laat zien dat hij ruzie liefheeft. Een overtreding heeft gevolgen voor onderlinge verhoudingen. Wie ervan houdt om te overtreden, heeft een voorkeur voor ruzie. Door zijn verderfelijke gepraat zet hij voortdurend goede relaties onder druk.

De betekenis van “wie zijn deur verhoogt” is niet helemaal duidelijk. In het verband waarin deze uitdrukking wordt gebruikt, lijkt de deur hier ‘de mond’ voor te stellen. De betekenis kan dan zijn ‘een grote mond opzetten’ (vgl. 1Sm 2:3; Ps 141:3; Mi 7:5). Wie ruzie liefheeft, zet een grote mond op naar de hemel, naar God, en ook naar zijn medemens (Ps 73:8-9). Hij zoekt niet iemands voorspoed, maar iemands “ondergang”.

Sp 17:20 toont de oorsprong van Sp 17:19. Wie ruzie liefheeft, geeft er blijk van dat hij “verkeerd van hart is”. Wie een verkeerd hart heeft, zoekt niet alleen de ondergang van anderen, maar zal zelf “het goede niet vinden”. Met “het goede” worden de zegeningen van God bedoeld die Hij geeft aan ieder die Hem dient. De verkeerde van hart zoekt wat goed is in zijn eigen ogen. Hij streeft naar bezit ten koste van anderen.

Hij is “vals van tong”, de woorden die hij spreekt, zijn vals. Hij spreekt valsheid, wat aantoont dat hij wars is van de waarheid. Hij streeft de ondergang van anderen na, maar zal zelf in het kwaad vallen en zijn eigen ondergang bewerken. In plaats van het werkelijk goede te vinden wordt hij geconfronteerd met een leven vol calamiteiten. De welvaart die hij voor zichzelf zoekt, loopt uit op zijn ondergang.

Copyright information for DutKingComments