Proverbs 26:2

Een vervloeking zonder reden komt niet aan

Het wegvluchten van “een mus” en het wegvliegen van “een zwaluw” is onvoorspelbaar en gebeurt zonder enig doel. Ze zijn ook niet te vangen. Het is nutteloos dat te proberen. Zo gaat het met een vervloeking die een dwaas zonder reden uitspreekt. Hij treft geen doel.

Alleen dwazen spreken zulke vervloekingen uit. De dwaze Saul sprak een vervloeking uit die niet aankwam (1Sm 14:28; 45). De dwaze Goliath “vervloekte David bij zijn goden” (1Sm 17:43-44) en werd vervolgens een kopje kleiner gemaakt. Simeï vervloekte David en is daarvoor gestraft (2Sm 16:5-14; 1Kn 2:8). De vervloekingen die de vijanden van Jeremia over hem uitspraken, zijn ook in het niets opgelost (Jr 15:10b).

Het is voor de oudtestamentische gelovige gepast om voor de goddeloze die hem kwaad doet aan God te vragen: “Hij heeft de vloek liefgehad; laat die over hem komen!” (Ps 109:17). Als wij, nieuwtestamentische gelovigen, met mensen te doen hebben die ons vervloeken, die ons het kwade toewensen, mogen wij reageren op de manier die de Heer Jezus ons voorhoudt: “Maar tot u die hoort, zeg Ik: Hebt uw vijanden lief, doet wél aan hen die u haten, zegent hen die u vervloeken, bidt voor hen die u smaden” (Lk 6:28).

Copyright information for DutKingComments