‏ Psalms 38:22

Nederlandse verzen (22-23)

Gebed om hulp

David is volkomen op God aangewezen. Zijn gezondheid, zowel lichamelijk als psychisch, heeft hem in de steek gelaten; zijn familie en vrienden staan van verre; zijn vijanden komen naderbij om hem de doodsteek te geven. Hij kan alleen nog maar naar boven vluchten.

David roept in deze verzen driemaal: tot de HEERE, tot zijn God en tot de Heere. In zijn nood smeekt hij de HEERE, de God van het verbond, hem niet te verlaten (Ps 38:22). Wij hebben de belofte dat Hij ons niet zal begeven en ons niet zal verlaten (Hb 13:5b). David doet ook een beroep op God als “mijn God”. God is toch zijn God? Dan kan Hij toch niet ver van hem blijven?

De nood is groot, de situatie zeer dreigend. Er moet spoedig hulp van God komen (Ps 38:23). Daarvoor doet hij een beroep op de “Heere, mijn heil”. Al zijn vertrouwen voor zijn heil, zijn behoudenis, zijn verlossing is gevestigd op de “Heere”, Adonai, de soevereine Heerser. Hij brengt niet alleen heil, maar is zijn heil, zijn verlossing. Het is geen daad, maar een Persoon Die de daad van verlossing op Zijn tijd zal verrichten. Zijn naam is Jezus, wat betekent ‘de HEERE verlost, redt, behoudt’.

Copyright information for DutKingComments