‏ 1 Chronicles 9:2-3

2De eerste inwoners nu, die in hun bezitting, in hun steden kwamen, waren de Israëlieten, de priesters, de Levieten, en de Nethinim.
 eerste inwoners Van hier af begint het register dergenen, die na de Babylonische gevangenis weder in hun land gekomen zijn.
,
  Israëlieten Te weten, het gemene volk onder de Israëlieten.
,
  Nethinim Dat is, overgegevenen. Deze waren Gibeonieten, die zich vrijwillig den Israëlieten hadden overgegeven, tot eeuwige dienstbaarheid, Jos 9:21 . Zie ook Ezr 8:20 ; Neh 11:3 .
3Maar te Jeruzalem woonden van de kinderen van Juda, en van de kinderen van Benjamin, en van de kinderen van Efraïm en Manasse;
 woonden Te weten, nadat zij uit de Babylonische gevangenis waren wedergekeerd, met bewilliging van den koning Cyrus.
,
  van de kinderen van Efraïm en Manasse; Dat is, van de tien stammen, die zich van Juda afgescheiden hadden. Gelijk ook velen van dezen stam zich bij Juda gevoegd, om den zuiveren godsdienst te mogen oefenen. Zie 2Ch 34:6 , 2Ch 34:32 .
Copyright information for DutSVVA