1 Corinthians 12:12-13
12Want gelijk het lichaam een is, en vele leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, vele zijnde, maar een lichaam zijn, alzo ook Christus. ▼▼ Want gelijk Deze gelijkenis gebruikt ook de apostel, Rom 12:4-5 ; Eph 4:12 , Eph 4:16 , en is zeer bekwaam om de leden van een geestelijk lichaam tot vrede en enigheid te vermanen.
,
▼
,
▼▼ vele leden heeft, Namelijk hebbende verscheidene gaven, waardigheid en bediening.
,
▼▼ alzo ook Christus Namelijk heeft maar een lichaam, waarvan hij het hoofd is, en dat vele en verscheidene leden heeft. Of, alzo ook Christus, dat is het lichaam van Christus, namelijk de gemeente, die alzo van hun hoofd genaamd wordt.
13Want ook wij allen zijn door een Geest tot een lichaam gedoopt; hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn allen tot een Geest gedrenkt. ▼▼ wij allen Namelijk gelovigen, die tot dit lichaam van Christus als leden behoren.
,
▼▼ zijn door eenen Geest Gr. in enen Geest; dat is, door den Geest der wedergeboorte, die maar een is, en dienvolgens ons ook tot enigheid vermaant en verbindt.
,
▼
,
▼▼ hetzij Joden, Dat is, van wat afkomst, staat, of rang wij zijn.
,
▼▼ tot eenen Geest Of, door een Geest.
,
▼▼ gedrenkt Dat is, ook het Avondmaal des Heeren, in hetwelk wij allen eenen drank uit eenen drinkbeker drinken, vermaant en verbindt ons dat wij, alle verdeeldheden vermijdende, naar enigheid staan om een geestelijk lichaam en eensgezind te zijn. Dergelijke rede gebruikt de apostel 1Co 10:17 , dat gelijk wij in het Avondmaal allen eens broods deelachtig zijn, wij alzo ook daardoor vermaand worden, dat wij velen een lichaam zijn.
Copyright information for
DutSVVA