1 Kings 11:26
26Daartoe Jerobeam, de zoon van Nebat, een Efrathiet van Zereda, Salomo’s knecht (wiens moeders naam was Zerua, een weduwvrouw), hief ook de hand op tegen den koning. ▼▼ een Efrathiet Dat is, een Efraïmiet, of, die van den stam van Efraïm was; alzo
Jdg 12:5.
,
▼▼ Zeréda, De naam van de stad zijner geboorte, gelegen in den stam Efraïms. Zie
Jos 3:16.
,
▼▼ hief ook de hand op Dat is, viel af van den koning, of maakte moeite en oproer tegen den koning; alzo in vs.27, en
2Sa 20:21, en vergelijk onder, vs.40.