1 Kings 18:7
7Als nu Obadja op den weg was, ziet, zo was hem Elia tegemoet; en hem kennende, zo viel hij op zijn aangezicht, en zeide: Zijt gij mijn heer Elia? ▼▼ hem Elia tegemoet; Hebreeuws, in zijn ontmoeting.
,
▼▼ viel hij Te weten, om hem burgerlijke eer te bewijzen, naar de manier des lands. Zie
Gen 18:2.