1 Kings 22:31
31De koning nu van Syrië had geboden aan de oversten der wagenen, van welke hij twee en dertig had, zeggende: Gij zult noch kleinen noch groten bestrijden, maar den koning van Israël alleen. ▼▼ hij twee en dertig had, Namelijk, de oversten.
,
▼▼ kleinen Dat is, noch de slechtste, noch de voornaamste onder de krijgslieden. Alzo worden door de woorden van grote en kleine in de Heilige Schriftuur verstaan allerlei soorten van mensen, oude en jonge, hoge en lage, rijke en arme, enz.,
Gen 19:11;
Est 1:5;
Jer 16:6.