1 Peter 1:8-9
8Denwelken gij niet gezien hebt , en nochtans liefhebt, in Denwelken gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, u verheugt met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde; ▼ , ▼▼ u verheugt met een De gelovigen bedroeven zich ook in de verdrukkingen, gelijk vs.6 gezegd is, omdat zij niet ongevoelig zijn in de kastijdingen; maar verheugen zich in den troost van den Geest, dien zij daardoor gevoelen, Rom 5:3-4, en in het overdenken van de blijde uitkomts derzelve. Zie Heb 12:11.
,
▼
,
▼▼ heerlijke vreugde; Grieks verheerlijkte vreugde; dat is, die in dit leven uit goede en heerlijke oorzaken spruit en in het toekomende met de eeuwige heerlijkheid zal gemengd zijn. En deze eigenschap wordt hier gesteld tegen de wereldse vreugde, die dikwijls met oneer gemengd is en gewoonlijk tot schande uitvalt; Phi 3:19.
9Verkrijgende het einde uws geloofs, namelijk de zaligheid der zielen. ▼
,
▼▼ der zielen Hoewel deze zaligheid, die wij door Christus verwerven, den gehelen mens toekomt, zo wordt zij nochtans der zielen genoemd, omdat in dit leven en na dit leven deze zaligheid in de ziel begint, die na de opstanding der doden ook het lichaam zal gemeen gemaakt worden; Phi 3:20-21.
Copyright information for
DutSVVA