‏ 1 Samuel 20:15-17

15Ook zult gij uw weldadigheid niet afsnijden van mijn huis tot in eeuwigheid; ook niet wanneer de Heere een iegelijk der vijanden van David van den aardbodem zal afgesneden hebben.
 huis tot in eeuwigheid; Dat is, geslacht, maagschap, bloedvrienden.
16Alzo maakte Jonathan een verbond met het huis van David, zeggende: Dat het de Heere eise van de hand der vijanden Davids!
 maakte Jónathan Dat is, hij vernieuwde en bevestigde het verbond, dat hij tevoren met David gemaakt had, 1Sa 18:3.
,
 Dat het de HEERE eise van de hand der vijanden Davids Jónathan, om David volkomenlijk te verzekeren, wenst met een eed Gods rechtvaardige wraak over Davids vijanden, waaronder hij ook zou zijn, indien hij het verbond kwam te verbreken. Sommigen nemen het alzo, dat Jónathan hier David bezweert, dat het God van Davids hand zal eisen, indien hij het verbond aan zijn zijde verbrak, noemende de vijanden Davids inplaats van David zelf; vergelijk onder, 1Sa 25:22, met de aantekeningen. Sommigen zetten het aldus over: [Maar de Heere eise het van de hand der vijanden Davids] willende zeggen, dat David wel dit verbond, zoveel in hem was, heeft onderhouden, maar dat God, dies niettegenstaande, zijn rechtvaardig oordeel over Sauls huis heeft uitgevoerd.
17En Jonathan voer voort, met David te doen zweren, omdat hij hem liefhad; want hij had hem lief met de liefde zijner ziel.
 Jónathan voer voort, Eerst heeft Jónathan David een eed gedaan, en beloofd hem voor te staan, vs.13. Nu verzoekt Jónathan, dat David hem ook met ede belove, dat hij hem en den zijnen barmhartigheid wil bewijzen, als hij koning zou geworden zijn.
,
 want hij had hem lief Dat is, hij had hem zo lief als zichzelven.
Copyright information for DutSVVA