1 Samuel 25:32-33

32Toen zeide David tot Abigaïl: Gezegend zij de Heere, de God Israëls, Die u te dezen dage mij tegemoet gezonden heeft! 33En gezegend zij uw raad en gezegend zijt gij, dat gij mij te dezen dage geweerd hebt, van te komen met bloedstorting, dat mijn hand mij verlost zou hebben!
 uw raad Te weten, de raad, welken gij genomen hebt, om door deze uw komst en beleefdheid mij af te raden en te beletten van het storten van het onschuldig bloed.
,
 bloedstorting, Gelijk boven, vs.26.
Copyright information for DutSVVA