1 Samuel 25:34

34Want voorzeker, het is zo waarachtig als de Heere, de God Israëls, leeft, Die mij verhinderd heeft, van u kwaad te doen, dat, ten ware dat gij u gehaast hadt, en mij tegemoet gekomen waart, zo ware van Nabal niemand, die mannelijk is, overgebleven tot het morgenlicht!
 u kwaad te doen, Versta hierbij, en uw ganse huisgezin; gelijk ik onvoorzichtiglijk in mijn toorn gezworen had, vs.22.
Copyright information for DutSVVA