2 Chronicles 19:10-11

10En in alle geschil, hetwelk van uw broederen, die in hun steden wonen, tot u zal komen, tussen bloed en bloed, tussen wet en gebod, en inzettingen en rechten, zo vermaant hen, dat zij niet schuldig worden aan den Heere, en een grote toornigheid over u en over uw broederen zij; doet alzo, en gij zult niet schuldig worden.
 tussen bloed en bloed, Dat is, aangaande het onderscheid en oordeel over enigen doodslag of kwetsuur. Zie Deu 17:8 .
,
 tussen wet en gebod, Dat is, rakende het oordeel over de onderhouding of overtreding der wetten en geboden en wat daaraan kleeft. Zie van het onderscheid dezer vier woorden Gen 26:5 ; idem Deu 5:31 , en 1Ki 2:3 .
,
 toornigheid Dat is, straf van den Heere. Vergelijk onder, 2Ch 28:13 , en de aantekening.
11En ziet, Amarja, de hoofdpriester, is over u in alle zaak des Heeren; en Zebadja, de zoon van Ismaël, de vorst van het huis van Juda, in alle zaak des konings; ook zijn de ambtlieden, de Levieten, voor uw aangezicht; weest sterk en doet het, en de Heere zal met den goede zijn.
  Amàrja, Hieruit verstaat men dat te Jeruzalem twee onderscheidene opperste rechterstoelen geweest zijn; de ene die over geestelijke zaken, en de andere die over politieke geschillen oordelen moest; tot welke men van alle andere gerichten uit het ganse land appelleren mocht. Vergelijk Deu 17:18 , enz.; idem Exo 18:26 ; Deu 1:15 .
,
 de ambtlieden, Zie 1Ch 26:29 , en het volgende met de aantekening.
,
 voor uw aangezicht; Dat is, tot uw best, bereid om u te dienen. Zie gelijke manier van spreken Gen 13:9 .
,
 den goede zijn Te weten, mensen, of personen, die het goede voorhebben en pogen voor te staan; of met de goede zaken.
Copyright information for DutSVVA