2 Chronicles 33:11-12
11Daarom bracht de Heere over hen de krijgsoversten, die de koning van Assyrië had, dewelke Manasse gevangen namen onder de doornen; en zij bonden hem met twee koperen ketenen, en voerden hem naar Babel. ▼ 12En als hij hem benauwde, bad hij het aangezicht des Heeren, zijns Gods, ernstelijk aan, en vernederde zich zeer voor het aangezicht van den God zijner vaderen, ▼▼ hij hem benauwde, Namelijk, de heer, of de koning van Assyrië. Anders, als hij in benauwdheid was.
,
▼▼ en vernederde Te weten, met bewijs van berouw over zijn voorgaand leven en belofte van betering in het toekomende.
Copyright information for
DutSVVA