2 Corinthians 1:14

14Gelijkerwijs gij ook ten dele ons erkend hebt, dat wij uw roem zijn, gelijk gij ook de onze zijt, in den dag van den Heere Jezus.
 ten dele ons erkend Dit zegt de apostel, of ten aanzien van het beste deel, die zulks altijd gaarne erkenden, òf ook ten aanzien van de ganse gemeente, die alrede enige gebreken, op zijn voorgaand schrijven had verbeterd, gelijk blijkt uit het tweede en zevende hoofdstuk; hoewel zij nog te veel gehoor gaven aan sommigen, die het uiterlijk aanzien en de wereldse wijsheid te veel achtten.
,
 uw roem zijn, Dat is, dat wij uwe leermeesters zijn, op wie gij roemt en door wie gij bekent tot Christus gebracht te zijn.
,
 de onze zijt Namelijk daar wij in Christus van roemen, dat wij u tot Christus' kennis en gemeenschap gebracht hebben, en door welke gij met vele geestelijke gaven versierd zijt.
,
 in den dag des Heeren Jezus Dat is, ten uitersten dage, als Christus zal verschijnen om eens ieders doen te richten; hetwelk Paulus daarbij voegt om te tonen dat deze zijn en hun roem niet vleselijk of ijdel, maar welgegrond was, en van Christus zelf ten uitersten dage zou goedgekend worden.
Copyright information for DutSVVA