2 Corinthians 11:28-29

28Zonder de dingen, die van buiten zijn, overvalt mij dagelijks de zorg van al de Gemeenten.
 die van buiten zijn, Dat is, die van degenen, die buiten de gemeenten zijn, aangedaan worden. Of, die mij naar den uitwendigen mens aangedaan worden.
,
 overvalt mij dagelijks Gr. mijne overvalling die dagelijks is.
29Wie is er zwak, dat ik niet zwak ben? Wie wordt er geërgerd, dat ik niet brande?
 is er zwak, dat ik niet Of, wie wordt er beangst of verdriet aangedaan.
,
 zwak ben? Hij spreekt hier niet van zwakheid in het gemoed of geloof, dewijl hij hen allen moest troosten en sterken, maar van den angst en het medelijden, dat hij met hen had.
,
 brande? Namelijk met een brandende ijver voor de ere Gods en de zaligheid dergenen, die geërgerd worden.
Copyright information for DutSVVA