2 Corinthians 5:8-10

8Maar wij hebben goeden moed, en hebben meer behagen om uit het lichaam uit te wonen, en bij den Heere in te wonen. 9Daarom zijn wij ook zeer begerig, hetzij inwonende, hetzij uitwonende, om Hem welbehagelijk te zijn.
 zeer begerig, Gr. eergierig. Zie ook Rom 15:20 .
,
 hetzij inwonende, Namelijk bij Hem in den hemel, gelijk vs.8. Zie Rev 7:17 , en Rev 14:4 . Of, in het lichaam gelijk vs.6.
,
 hetzij uitwonende, om Namelijk van Christus buiten den hemel, terwijl wij nog dit sterflijke lichaam dragen, of uit het lichaam, gelijk vs.8.
10Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.
 geopenbaard worden Namelijk niet alleen ten aanzien van onze personen, maar ook van onze gedachten, woorden en werken; Rom 2:16 ; Rev 2:23 , en Rev 20:12 .
,
 wegdrage hetgeen Namelijk tot ene vergelding.
,
 door het lichaam Namelijk hier in dit leven, of terwijl wij dit lichaam dragen.
,
 hetzij goed Dat is, het loon des goeds, uit genade.
,
 hetzij kwaad Dat is, het loon des kwaads, uit verdienste. Zie van beide Mat 25:34 , Mat 25:41 ; Rom 6:23 .
Copyright information for DutSVVA