2 Samuel 19:12-13
12Gij zijt mijn broederen; mijn been en mijn vlees zijt gij; waarom zoudt gij dan de laatsten zijn, om den koning weder te halen? ▼ 13En tot Amasa zult gijlieden zeggen: Zijt gij niet mijn been en mijn vlees? God doe mij zo, en doe er zo toe, zo gij niet krijgsoverste zult zijn voor mijn aangezicht, te allen dage, in Joabs plaats. ▼▼ gijlieden zeggen Priesters, Zadok en Abjathar.
,
▼
,
▼
,
▼
Copyright information for
DutSVVA