‏ 2 Samuel 6:3-4

3En zij voerden de ark Gods op een nieuwen wagen, en haalden ze uit het huis van Abinadab, dat op een heuvel is; en Uza en Ahio, zonen van Abinadab, leidden den nieuwen wagen.
 voerden de ark Gods op een nieuwen wagen, Vergeten hebbende, of niet denkende aan het bevel des HEEREN, die geboden had dat de priesters de ark zouden dragen, Num 4:15, en Num 7:9. Het schijnt dat zij hierin het exempel der Filistijnen hebben nagevolgd. Zie 1Sa 6:7-8, enz.
,
 haalden haar uit het huis van Abinádab, Hebreeuws, hieven haar, namen haar op
,
 op een heuvel is; Op een hoogte, die bij of in Kiriath-Jearim was. Hebreeuws, Gibea. Zie 1Sa 7:1.
,
 Ahio, Hebreeuws, Achio.
4Toen zij hem nu uit het huis van Abinadab, dat op den heuvel is, met de ark Gods, wegvoerden, zo ging Ahio voor de ark henen.
 voor de ark henen Om de runderen, die den wagen trokken, te leiden. Zie vs.6. Anderen nemen de voorgaande woorden aldus: Als zij nu haar [te weten, de ark] wegvoerden uit het huis van Abinadab, dat op den heuvel was met de ark Gods. Sommigen verstaan het woordje hem van Uza, dat zij hem genomen hebben om nevens de ark te gaan.
Copyright information for DutSVVA