2 Samuel 6:3-4
3En zij voerden de ark Gods op een nieuwen wagen, en haalden ze uit het huis van Abinadab, dat op een heuvel is; en Uza en Ahio, zonen van Abinadab, leidden den nieuwen wagen. ▼ , ▼▼ haalden haar uit het huis van Abinádab, Hebreeuws, hieven haar, namen haar op
,
▼
,
▼▼ Ahio, Hebreeuws, Achio.
4Toen zij hem nu uit het huis van Abinadab, dat op den heuvel is, met de ark Gods, wegvoerden, zo ging Ahio voor de ark henen. ▼▼ voor de ark henen Om de runderen, die den wagen trokken, te leiden. Zie vs.6. Anderen nemen de voorgaande woorden aldus: Als zij nu haar [te weten, de ark] wegvoerden uit het huis van Abinadab, dat op den heuvel was met de ark Gods. Sommigen verstaan het woordje hem van Uza, dat zij hem genomen hebben om nevens de ark te gaan.
Copyright information for
DutSVVA