2 Timothy 1:6

6Om welke oorzaak ik u indachtig maak, dat gij opwekt de gave Gods, die in u is, door de oplegging mijner handen.
 opwekt Het Griekse woord anazopyrein, hetwelk de apostel hier gebruikt, betekent eigenlijk een klein vuur, dat bijna uitgegaan is, of onder de as geraakt, door blazen wederom levend en brandend maken; een zeer geschikte gelijkenis, waardoor aangewezen wordt, dat zo ook de gaven des Heiligen Geestes door bidden, aanhouden in het lezen en vlijtige bediening onzer roeping, vermeerderd en als brandende gemaakt worden.
,
 de gave Gods, Zie 1Ti 4:14.
,
 die in u is, door de oplegging Dat is, die ik met deze plechtigheid van de oplegging der handen te kennen heb gegeven, door de werking des Heiligen Geestes in u te zijn; en die, door de krachtige gebeden der gemeente bij deze ceremonie gevoegd, van God in u nog zullen vermeerderd worden.
,
 mijner handen In den eersten zendbrief, 1Ti 4:14, zegt de apostel des ouderlingschaps; hetwelk beide waar is, daar de apostel Paulus hem de handen heeft opgelegd in tegenwoordigheid en uit naam van de ganse vergadering der ouderlingen, als zijnde de voornaamsten onder dezen en bovendien een apostel.
Copyright information for DutSVVA