10Zij haten in de poort dengene, die bestraft, en hebben een gruwel van dien, die oprechtelijkspreekt. ▼
▼ poort dengene, Dat is, in het gericht, dat men in de poorten hield. Zie Gen 22:17 ; Job 5:4 ; Psa 127:5 , met de aantekening. Alzo vs.12, en verg. Isa 29:21 .