Daniel 10:20-21

20Toen zeide Hij: Weet gij, waarom dat Ik tot u gekomen ben? Doch nu zal Ik wederkeren om te strijden tegen den vorst der Perzen; en als Ik zal uitgegaan zijn, ziet, zo zal de vorst van Griekenland komen.
 Weet gij, Te weten om aan te wijzen wat uw volk zal overkomen, gelijk voorzegd is boven vs.14.
,
 om te strijden Dat is, om het kwade voornemen tegen de kerk Gods tegen te staan.
,
 den vorst der Perzen; Zie boven vs.13.
,
 uitgegaan zijn, Te weten uit Perzië.
,
 de vorst van Griekenland komen Dat is, naar sommiger gevoelen, een kwade engel. Doch anderen verstaan door dezen vorst Alexander den Grote.
21Doch Ik zal u te kennen geven, hetgeen getekend is in het geschrift der waarheid; en er is niet een, die zich met Mij versterkt tegen dezen, dan uw vorst Michaël.
 hetgeen getekend is Dat is, hetgeen in den onveranderlijken raad Gods besloten is.
,
 niet een, Geen mens.
,
 die zich met Mij versterkt Dat is, die mij helpt.
,
 tegen dezen, Te weten gouverneurs van Perzië, of in deze [zaak].
,
  vorst Michaël Zie vs.13.
Copyright information for DutSVVA