Daniel 12
1En te dier tijd zal Michaël opstaan, die grote vorst, die voor de kinderen uws volks staat, als het zulk een tijd der benauwdheid zijn zal, als er niet geweest is, sinds dat er een volk geweest is, tot op dienzelven tijd toe; en te dier tijd zal uw volk verlost worden, al wie gevonden wordt geschreven te zijn in het boek. ▼▼ te dier tijd Te weten als Antiochus de Joden [en de Antichrist de kerk van het Nieuwe Testament] op het heiligst zal kwellen en bestrijden.
,
▼
,
▼▼ opstaan, Of, zich opmaken om zijne kerk te verlossen, eerst van de vervolgingen van Antiochus, en ten laatste ook van de vervolgingen van den Antichrist.
,
▼▼ voor de kinderen uws volks staat, Dat is, die voor de kerk van God staat, haar beschuttende en beschermende tegen al hare vijanden.
,
▼▼ verlost worden, Dat is, beginnen verlost te worden, en de zaligheid en het heil Gods zal aankomen en eindelijk meer en meer vervuld worden door den Heere Christus, tot de opstanding der doden toe.
,
▼▼ geschreven te zijn in het boek Dat is, die in den onveranderlijken raad Gods bestemd is om deze verlossing deelachtig te wezen; het is ene manier van spreken, genomen van de mensen, onder wie het gebruikelijk is dat van degenen, die in ene stad het burgerrecht ontvangen, de namen in een boek opgetekend worden; zie Exo 32:32 ; Psa 69:29 , en Eze 13:9 .
2En velen van die, die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken, dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmaadheden, en tot eeuwige afgrijzing. ▼▼ velen van die, Dat is, de veelheid, of allen, gedeeld in twee hopen, zijnde in beide hopen velen, gelijk in het volgende verklaard wordt. Dit moet men verstaan van de algemene opstanding der doden ten jongsten dage.
,
▼▼ in het stof der aarde Hebreeuws, in den aardbodem des stofs.
,
▼
,
▼ 3De leraars nu zullen blinken, als de glans des uitspansels, en die er velen rechtvaardigen, gelijk de sterren, altoos en eeuwiglijk. ▼
,
▼▼ blinken, Of, glinsteren.
,
▼
,
▼
,
▼▼ altoos en eeuwiglijk Dit voegt de engel hierbij tot troost der godzaligen, die hier op aarde aan veel kruis en vervolging onderworpen zijn.
4En gij, Daniël! sluit deze woorden toe, en verzegel dit boek, tot den tijd van het einde; velen zullen het naspeuren, en de wetenschap zal vermenigvuldigd worden. ▼
,
▼▼ den tijd van het einde; Hebreeuws, tot den tijd van het einde, gelijk vs.9; dat is, totdat de tijd zal gekomen zijn, in welken het God zal believen dit volkomener te openbaren.
,
▼▼ naspeuren, Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk omlopen, omtrekken, heen en weder lopen, om iets naarstiglijk te onderzoeken en uit te vinden. Zie Job 1:7 . Alsof de engel zeide: Alhoewel er nu weinigen zijn, die begerig zijn om te weten den toekomenden staat der kerk, zo zal dan nog de tijd komen, dat er velen zullen pogen naar de kennis van deze heilige dingen, en zullen ook in kennis toenemen.
5En ik, Daniël, zag, en ziet, er stonden twee anderen, de een aan deze zijde van den oever der rivier, en de ander aan gene zijde van den oever der rivier. ▼
,
▼▼ oever der rivier, Hebreeuws, lip.
,
▼ 6En hij zeide tot den Man, bekleed met linnen, Die boven op het water der rivier was: Tot hoe lang zal het zijn, dat er een einde van deze wonderen zal wezen? ▼▼ hij zeide Te weten een van hen, of zij beiden, de een voor, de ander na.
,
▼
,
▼▼ Die boven op het water der rivier was Dat is, die geweld heeft over alle heidenen, want door wateren worden dikwijls volken betekend in de Heilige Schrift.
,
▼▼ dat er een einde van deze wonderen zal wezen? Wanneer zullen dan deze dingen, welke in ons verstand wonderlijk zijn, een einde nemen?
7En ik hoorde dien Man, bekleed met linnen, Die boven op het water van de rivier was, en Hij hief Zijn rechter hand en Zijn linkerhand op naar den hemel, en zwoer bij Dien, Die eeuwiglijk leeft, dat na een bestemden tijd, bestemde tijden, en een helft, en als Hij zal voleind hebben te verstrooien de hand des heiligen volks, al deze dingen voleind zullen worden. ▼
,
▼▼ een helft, Of, een deel; te weten van den bestemden tijd.
,
▼▼ Hij zal voleind hebben Te weten God de Heere.
,
▼▼ te verstrooien Dat is, zijn volk en kerk zo vernederd en verzwakt zal hebben, dat zij zal schijnen schier geheellijk tenonder gebracht te zijn.
,
▼▼ de hand des heiligen volks, Dat is, alle macht en vermogen van het volk. Vergelijk Deu 32:36 . Anderen verstaan hier door de hand, die hand door welke het heilige volk was gedrukt geworden, namelijk de macht van Antiochus Epifanes, van zijn krijgsvolk en zijne nakomelingen; dat alsdan die grote vervolgingen op het hoogste gelopen zouden zijn; vergelijk Dan 7:26 , en dat zich God opmaken zou om zijn volk te verlossen. Zie boven vs.1, vergelijk Dan 7:26 .
8Dit hoorde ik, doch ik verstond het niet; en ik zeide: Mijn Heere! wat zal het einde zijn van deze dingen? ▼▼ ik verstond het niet; Te weten wat dat te zeggen was, een bestemde tijd, bestemde tijden, en ene helft, enz.
,
▼▼ Mijn Heere Aldus noemt hij Christus, met wien hij sprak.
,
▼▼ het einde zijn van deze dingen? Hebreeuws, het laatste. Daniël begeert duidelijk den tijd te mogen weten, wanneer de kerk Gods van die zware vervolging zou verlost en de ware godsdienst zou hersteld worden.
9En Hij zeide: Ga henen, Daniël! want deze woorden zijn toegesloten en verzegeld tot den tijd van het einde. ▼
,
▼▼ tot den tijd van het einde Dan zal deze ganse profetie open en klaar wezen, maar vóór dien tijd kan de rechte mening daarvan niet vastelijk noch zekerlijk in al hare delen geweten worden.
10Velen zullen er gereinigd en wit gemaakt, en gelouterd worden; doch de goddelozen zullen goddelooslijk handelen, en geen van de goddelozen zullen het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan. ▼
,
▼▼ gereinigd en wit gemaakt, Of, gezuiverd worden. Onze Heere Christus gebruikt hier drie woorden bij gelijkenis; het eerste is genomen van de zuivering van het koren; gelijk het koren met de wan van het kaf gezuiverd wordt, alzo de gelovigen met den wan der vervolging; het tweede woord is genomen van de vollers, die het laken schoon en wit vollen; de derde gelijkenis is genomen van de goudsmeden, die het goud en zilver in hun smeltoven louteren en het schuim uitzuiveren. Zie Dan 11:35 .
,
▼
,
▼ 11En van dien tijd af, dat het gedurig offer zal weggenomen, en de verwoestende gruwel zal gesteld zijn, zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen. ▼
,
▼
,
▼▼ zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen Dat zijn drie jaren, zeven maanden en dertien dagen, indien men dit op de vervolging van Antiochus Epifanes duidt, en natuurlijke of gewone dagen hier verstaat. Doch enigen onder de geleerden nemen deze dagen voor jaardagen.
12Welgelukzalig is hij, die verwacht en raakt tot duizend driehonderd vijf en dertig dagen. ▼▼ raakt tot duizend driehonderd vijf en dertig dagen Of, reikt, bereikt, komt, tot dertienhonderd vijf en dertig dagen. Hier zijn vijf en veertig dagen meer dan vs.11 en dit is de zin, gelijk sommigen menen, dat de staat van het Joodse volk veel beter wezen zal als er nog vijf en veertig dagen boven de drie jaren, zeven maanden en dertien dagen zullen verlopen zijn, want alsdan zou het Joodse volk van dien wreden tiran Antiochus Epifanes geheel vrij en ontlast worden; hij is gestorven in het begin van het honderd negen en veertigste jaar van het rijk der nakomelingen van Seleucus, 1 Mach.6:8,16.
13Maar gij, ga henen tot het einde, want gij zult rusten, en zult opstaan in uw lot, in het einde der dagen. ▼▼ tot het einde, Te weten tot het einde van uw leven; stel al uwe zaken daartoe; bestel uw huis, want gij zult haast sterven.
,
▼▼ rusten, Te weten in de aarde, na uwen dood, gij zult verlost en ontslagen worden van alle moeite en rusten van uwen arbeid, uwe ziel zal opgenomen worden in den schoot van Abraham.
,
▼▼ zult opstaan Te weten in de opstanding der doden ten jongsten dage.
,
▼▼ in uw lot, Dat is, in uw deel, te weten in het deel van uw hemels erfgoed, hetwelk u bereid en verordend is, met alle uitverkoren kinderen Gods, naar het goede welbehagen van God.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA