‏ Daniel 2:46

46Toen viel de koning Nebukadnezar op zijn aangezicht, en aanbad Daniël; en hij zeide, dat men hem met spijsoffer en liefelijk reukwerk een drankoffer doen zou.
  Toen viel de koning Nebukadnezar op zijn aangezicht, Tevoren beval hij dat men Daniël doden zou, vs.13; nu doet hij hem grote eer aan. De natuurlijke mens, aan welke zijde hij valt, kan geen maat houden.
,
  aanbad Daniël; Indien hierdoor verstaan wordt, gelijk sommigen gevoelen, een burgerlijke of hoofse eerbied, zo heeft de koning zulks doende niet gezondigd; gelijk ook Daniël niet, zulks toelatende. Het betaamt ons dit gevoelen van den heiligen profeet Daniël te hebben, dat hij alle goddelijke eer heeft geweigerd aan te nemen, veel meer zal hij den koning bestraft hebben, als hij zou gemerkt hebben dat de koning zulks wilde doen. Gelijk de heidenen wel plegen; vergelijk Act 14:11 , enz.
Copyright information for DutSVVA