Deuteronomy 18:9-10
9Wanneer gij komt in het land, dat de Heere, uw God, u geven zal, zo zult gij niet leren te doen naar de gruwelen van dezelve volken. ▼▼ volken Der Kanaänieten, die er in wonen.
10Onder u zal niet gevonden worden, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet doorgaan, die met waarzeggerijen omgaat, een guichelaar, of die op vogelgeschrei acht geeft, of tovenaar. ▼
,
▼▼ die met waarzeggerijen omgaat, Hebreeuws, een voorzegger der voorzeggingen, of, rader der raadselen, gisser der gissingen
,
▼
Copyright information for
DutSVVA