‏ Deuteronomy 32:17

17Zij hebben aan de duivelen geofferd, niet aan God; aan de goden, die zij niet kenden; nieuwe, die van nabij gekomen waren, voor dewelke uw vaders niet geschrikt hebben.
 duivelen geofferd, Dat is, den afgoden, door welken de duivelen gediend worden. Vergelijk 1Co 10:20. Het Hebreeuwse woord betekent verwoesters, zoals de duivelen met recht genoemd worden, gelijk de engel des afgronds de verderver genoemd wordt; Rev 9:11.
,
 van nabij gekomen waren, Dat is, nieuwelijks, of onlangs opgekomen waren.
Copyright information for DutSVVA