Ecclesiastes 2:5-8
5Ik maakte mij hoven en lusthoven, en ik plantte bomen in dezelve, van allerlei vrucht. ▼▼ hoven Te weten, waar allerlei kruiden en bloemen in wiessen.
,
▼▼ lusthoven, Hebr. pardesim; dat is, paradijzen. Hetwelk betekent niet alleen gemene hoven van plezier, voornamelijk boomgaarden.
,
▼▼ allerlei vrucht Hebr. alle.
6Ik maakte mij vijvers van wateren, om daarmede te bewateren het woud, dat met bomen groende. ▼▼ vijvers Versta, zodanige vijvers, in welke steeds water was, zo regenwater als opwellend water.
7Ik kreeg knechten en maagden, en ik had kinderen des huizes; ook had ik een groot bezit van runderen en schapen, meer dan allen, die voor mij te Jeruzalem geweest waren. ▼▼ Ik kreeg knechten en maagden Of, ik bezat, of veroverde.
,
▼
,
▼▼ runderen en schapen Onder deze soorten worden ook andere beesten verstaan, zo grote als kleine.
8Ik vergaderde mij ook zilver en goud, en kleinoden der koningen en der landschappen; ik bestelde mij zangers en zangeressen, en wellustigheden der mensenkinderen, snarenspel, ja, allerlei snarenspel. ▼
,
▼▼ der koningen Dat is, die men bij enige koningen of in vreemde landschappen kon vinden. Of, hetgeen bij de koningen en in iedere provincie voor het kostelijkste gehouden werd.
,
▼▼ ik bestelde Hebr. ik maakte.
,
▼▼ snarenspel, ja, Of, muzikaal akkoord of verscheidene melodieen van muziekinstrumenten, of karossen, of uitgelezen zeer schone vrouwen, in den krijg gevangen; te weten, om mij te dienen in alle dingen, waartoe de vrouwen bekwaam zijn. Het Hebreeuwse woord wordt nergens anders gevonden dan hier, daarom wordt het zo verscheidenlijk overgezet.
Copyright information for
DutSVVA